Maandag 23 januari 2023
Dat viel nog niet tegen dus. Op verlies hadden we gerekend, maar dat we nog zo dicht bij een gelijkspel zouden komen, hadden we niet verwacht. Het geeft in elk geval weer hoop voor de toekomst.
1. Kees Thijssen (1486) – Richard Bos (1255) 2-0
1. 32-28 19-23; 2. 28x19 14x23; 3. 37-32 10-14; 4. 35-30 20-25; 5. 33-29 14-19; 6. 40-35 9-14; 7. 41-37 3-9; Een opening die er mag zijn. 8. 45-40 5-10; 9. 46-41 23-28; 10. 32x23 19x28; Daar moet je toch eens goed naar kijken. Geen wonder dat beide spelers nogal wat tijd nodig hadden. 11. 30-24 16-21; 12. 31-26 18-23; 13. 29x18 12x23; 14. 50-45 11-16; 15. 36-31 7-11; 16. 38-33
Nu ziet die situatie er voor zwart toch gevaarlijk uit. 34-30 dreigt en 13-18 helpt daar niet tegen. Wit dacht nog een oplossing te vinden, maar de voorpost raakt daardoor geïsoleerd.
Met 17-22, 23-29, 14-20 had zwart de stand nog gelijk kunnen houden, maar hij meende iets anders te zien. 16. - - 25-30; 17. 34x25 23-29; 18. 33x22 29x20; 19. 41-36 17x28; 20. 26x17 11x22; 21. 31-27 22x31; 22. 36x27 Zo blijft de stand ok nog even gelijk, maar de vraag is of die zwarte voorpost nog wel kan worden verdedigd. Het blok op de lange vleugel staat door het ontbreken van schijf 3 en 5 wel heel vervelend. 22. - - - 8-12; 23. 43-38 12-18; 24. 48-43 20-24; 25. 38-33 De aanval wordt ingezet. 25. - - - 18-22; 26. 37x18 13x22; 27. 43-38 En ziende dat de schijf niet te houden is, geeft zwart de strijd op. Hij kan nog 9-13 spelen, 38-32 13-19, 32x23 19x28, 42-38 en nu is de schijf niet meer te verdedigen: 4-9, 38-32 9-13, 13-19 25-20 !!! Terecht opgegeven.
Hans van der Veen (1041) – Stijn Overeem (1310) 1-1
1. 31-26 19-23; 2. 33-28 18-22; 3. 28x19 14x23; 4. 39-33 12-18; 5. 44-39 7-12; 6. 37-31 22-28; 7. 33x22 17x37; 8. 41x32 1-7; 9. 46-41 10-14; 10. 41-37 14-19; Zwart wil het centrum beheersen, wit de linker vleugel. Dat belooft een mooie strijd 11. 39-33 5-10; 12. 49-44 10-14; 13. 44-39 11-17; 14. 47-41 7-11; 15. 50-44 2-7; 16. 33-28 20-24; 17. 31-27 4-10; Nu moet er wat gebeuren, want naar 33 spelen kan niet en 36-31 of 34-30 lijkt me niet zo lekker. 18. 27-21 16x27; 19. 32x21 23x32; 20. 38x27 15-20;
Nu heb ik 39-33 overwogen, maar ik was bang dat de combinatie met allebei een dam slecht zou uitvallen: 18-22, 12x23, 23-29, enz. 21. 43-38 10-15; 22. 48-43 18-23; 23. 21-16 12-18; 24. 27-21 7-12; 25. 16x7 12x1; 26. 21x12 8x17; Dat wegruilen van die linker vleugel was niet te voorkomen, maar geeft ook weer speelruimte. Nu is 37-32 verboden 27. 37-31 6-11; 28. 31-27 3-8; Nu is 27-21 verboden. Heel moeilijk zijn de zetjes niet, maar je moet wel blijven oppassen. 29. 41-37 8-12; 30. 34-30 20-25; 31. 27-21 25x34; 32. 40x20 15x24; 33. 37-31 1-7; 34. 21-16 Ik had eigenlijk veld 21 willen vasthouden, maar op bijvoorbeeld 44-40 komt zwart met 18-22 en 11-16, waarna hij wel erg sterk komt te staan. Verplicht dus. 34. - - - 24-30; 35. 35x24 19x30; 36. 38-33 14-19; 37. 42-38 9-14; 38. 45-40 14-20; 39. 40-34 20-25; 40. 31-27 30-35;
Interessante stand die we achter allebei bleken te hebben opgetekend. Voor beide spelers liggen de zetten voor de hand, maar toch moet er goed worden gerekend en de klok van de zwartspeler begon al aardig in de richting van de 0 te gaan. 41. 36-31 17-22; We bleken ook wel allebei dezelfde gedachtengang te hebben gehad. Deze 17-22 blijkt dan toch de voorkeur te krijgen boven 23-28. Ik heb nu lang zitten rekenen op twee varianten. Eerst 33-29, waarop zwart 11-17 zal spelen; daar mag u zelf nog even naar kijken.
Maar ik kon ook de doorbraak naar dam nemen: 33-28 22x42, 43-38 42x33, 39x28 23x21, 26x6. Het kost maar twee schijven. Wil zwart voorkomen dat wit een dam haalt, dan moet hij haast wel 18-23 spelen, maar dat helpt niet: 16-11, 6-1 en op 12-18 een één om twee en op 13-18, 31-27. Beter voor zwart is het schijfoffer 7-11, 6x8 13x2, 16-11 en nu niet damgeven en afpakken, maar 18-23 en 19-24 met remise. 42. 44-40 35x44; 43. 39x50 11-17; 44. 50-44 19-24; 45. 43-39 24-30; 46. 44-40 30-35; 47. 38-32 35x44; 48. 39x50 13-19; 49. 33-29 19-24; 50. 29x20 25x14; 51. 50-45 14-20; 52. 45-40 20-24; 53. 40-35 23-29; 54. 34x23 18x29; 55. 27x18 12x23; 56. 31-27 29-33; Nog maar een eindspel-diagrammetje?
57. 27-21 17-22; Op 7-12 komt 16-11 en 21-17x17 58. 32-27 22x31; 59. 26x37 33-39; 60. 21-17 39-43; 61. 37-31 43-48; 62. 17-11 en remise overeengekomen omdat schijf 23 in de weg staat om wit van dam af te houden.
3. Rob van Westerloo (1183) – Jan Bakker (863) 2-0
1. 35-30 19-24; 2. 30x19 14x23; 3. 34-30 17-21; 4. 40-35 21-26; 5. 45-40 20-25; 6. 40-34 10-14; 7. 33-29 4-10; 8. 38-33 11-17; 9. 42-38 6-11; 10. 32-28 23x32; 11. 37x28 26x37; 12. 41x32 16-21; 13. 50-45 1-6; 14. 30-24 21-27; 15. 32x21 17x26; 16. 38-32 14-20; 17. 43-38 11-17 en zwart geeft op.
Dat willen we zien.
Zwart speelde een gevaarlijk spelletje: drie op een rij (9, 13 en 18) en een gat erachter op de damlijn (4). Je kon verwachten dat wit daar van wilde profiteren en die liet dat ook duidelijk blijken door de velden 37, 41 en 42 vrij te houden. 11-16 had geen kwaad gekund, 9-14 ook niet. Zwart heeft vier schijven om 24 aan te vallen, wit vier om het veld te verdedigen, maar zo ver zal hij het zeker niet laten komen. Na een paar aanvallen zal hij kiezen voor een terugruil. Ook leuk is 18-22, maar 10-14 is misschien toch wel de sterkste.
Zwart kan de dam overigens meteen afpakken, maar komt dan wel een schijf achter te staan en spelen met een schijf achter tegen een veel sterkere tegenstander is doorgaans geen pretje.
4. Peter Bergen (907) – Herman van Westerloo (1152) 2-0
1. 32-28 18-22; 2. 37-32 12-18; 3. 41-37 7-12; 4. 34-30 1-7; 5. 30-25 19-23; 6. 28x19 14x23; 7. 25x14 10x19; 8. 33-28 22x33; 9. 38x29 23x34; 10. 40x29 15-20; 11. 39-33 20-25; 12. 42-38 5-10; 13. 44-39 9-14; Met 19-23 had zwart hier een sterke aanval kunnen inzetten 14. 50-44 10-15; 15. 44-40 14-20; 16. 46-41 19-24; 17. 40-34 18-22; Ik begrijp de opbouw van beide spelers niet zo goed, maar er zal over zijn gerekend. 18. 32-28 16-21; 19. 31-26 11-16; 20. 37-32 13-19; 21. 41-37 7-11;
22. 48-42 21-27; 23. 32x21 16x27; Hier verdient de variant 28-23, 38-32 43x23 de aandacht, met daarna 49-43 om een (voorlopige?) schijfwinst te kunnen pakken. 24. 37-32 11-16; 25. 32x21 16x27; 26. 42-37 2-7; 27. 37-32 6-11; 28. 32x21 11-16 ;
Tot zo ver heeft wit ronduit goed gespeeld, zijn stelling is veel sterker dan die van zwart. Hier moet worden gerekend: 34-30, 38x18 en nu twee mogelijkheden:
Op 12x23 volgt 21x1 20-25 en wit wint twee schijven.
Daarom moet zwart 16x27 en volgt 18-13 7-11, 13x2 11-16, 13x2 11-16.
Mogelijkheid 1 is dan 36-31, 47-41, 49-44 en 35-30. Rest 7 schijven voor zwart en vijf schijven plus een dam voor wit.
Mogelijkheid 2 is 2-8 27-32, 26-21 16x27; nu kan de combinatie van zojuist ook, maar is minder goed. Dus 49-44 24-29, 33x13 32-37 en dat wordt nog knap lastig, hoor.
En ….. zwart heeft een prima stand, dus waarom zou je capriolen maken? 29. 38-32 16x38; 30. 43x32 4-9; 31. 47-41 9-13; 32. 41-37 24-30; 33. 35x30 19x30; 29-24, 37-31 is nu niet meer dan remise 34. 37-31 30-35 Ook nu is het zetje nog geen winst, maar er komt nog een kans. 35. 45-40 35x44; 36. 39x50 13-18; 37. 29-24 20x27; 38. 49-43 22x33; 39. 31x22 En een beetje dammer accepteert zijn verlies en geeft het hier op, maar wit mag nog even zwoegen. 39. - - - 33-39; 40. 43-38 39x30; 41. 22-17 12x21; 42. 26x17 30-34; 43. 17-12 34-40; 44. 12-7 25-30; 45. 7-2 30-35; 46. 2-11 40-45; 47. 11-44 15-20; 48. 38-33 20-24; 49. 36-31 24-30; 50. 33-29 30-34; 51. 29x40 45x34; 52. 49-28 3-9; 53. 28-17 9-13; 54. 31-26 13-18; 55. 26-21 18-23; 56. 21-16 23-29; 57. 16-11 34-40; 58. 50-45 En nu gaf zwart de strijd toch op.
Een prima resultaat voor Peter die inzag dat hij veel sterker kwam te staan, rustig zijn kans afwachtte en zich in het eindspel niet liet verleiden tot overhaaste zetjes.