een tweede club in enkhuizen?

Toen ik als jonge jongen voor het eerst bij de Enkhuizer Damclub kwam, was daar Sam (Samuel?) Dessens vice-voorzitter. Thomas Lub heeft me ooit eens uitgelegd dat daar een geschiedenis achter zat. Op zeker moment bleken er in Enkhuizen zo maar twee damverenigingen te zijn, de Enkhuizer Damclub en een club waarvan de naam me tot nu toe niet bekend is en die was gegrondvest op rooms katholieke principes. Die tweede club had het loodje moeten leggen en met enige moeite wist het bestuur van de eerste club de resterende spelers over te halen om zich bij de Enkhuizer Damclub aan te sluiten. Om het te doen lijken op een fusie, werd de voorzitter van de katholieken vice-voorzitter bij de neutralen.


Het lijkt een eenvoudig verhaal, maar denk erom dat (a) we rond 1950 zitten, (b) in de dertiger jaren pastoors in den lande en met name in de regio nogal hun best deden om clubs op te richten, en (c) dat het merendeel der leden van de Enkhuizer Damclub protestant was. Ik was de afgelopen week in Amsterdam en moest een uur of vier rondrijden voordat ik mijn passagier weer kon oppikken, dus besloot ik een bezoekje te brengen aan Meibergdreef 29, achter het AMC, alwaar een depot is van de universiteits-bibliotheek. In dat depot bevindt zich de hele dambibliotheek die zo mooi door Philip de Schaap bij elkaar is verzameld. Aanvankelijk zat deze dambibliotheek in een apart zaaltje aan het Singel, maar toen Flip goed en wel overleden was, hebben ze de hele handel maar richting Abcoude verhuisd.

Ik bestudeerde:

  • Ons Damblad, maart 1920 tot en met december 1927
  • Theorie en Praktijk, januari 1938 tot en met januari 1940
  • Ons Damjournaal, januari 1947 tot en met oktober 1948

alle drie met de ondertitel: “Officieel orgaan van den Nederlandsche rooms-katholieke Dambond”. Ik hoop ooit nog eens te ontdekken of er meer geweest is, maar het lijkt me niet. Uit de tekst kon ik opmaken dat de bond in 1917 is opgericht, terwijl de boel dus ergens niet zo lang na 1948 weer is opgeheven.

In oktober 1927 wordt een jubileum gevierd en ter gelegenheid daarvan krijgen we wat nadere informatie.

Het is een principieele organisatie zonder direct stoffelijke voordeelen, geen ander doel nastrevend dan zelfs bij spel en vermaak volgens katholieke beginselen in katholiek gezelschap en katholieke sfeer te handelen.

Ze willen meerdere afdelingen en verenigingen bij de bond betrekken en

De goede God heeft dat edel, pogen gezegend.

Lees je dan even verderop

Vastbesloten (. . .) afdeelingen van onze Bond op te richten in alle steden en dorpen van ons Vaderland

en weet je dat het aantal aangesloten verenigingen vrijwel op een hoogtepunt is en toch niet meer dan 30 bedraagt, terwijl er ook niet meer dan 3 afdelingen zijn, dan kan worden vastgesteld dat men gauw tevreden is. Maar verder over de doelstellingen:

De R.K. Bond zorgt dat competitie en vriendschappelijke ontmoetingen slechts plaats hebben tusschen katholieke spelers en katholieke geest.

Niet-katholieken wegwezen dus.

Tegenover alle moeilijkheden die ze hebben moeten doorstaan, staat wel dat

het leger van Rooms georganiseerden is uitgebreid, (. . .) het lid zijn van een R.K. vereeniging voor ontspanning vanzelf leidt tot het lidmaatschap van R.K. organisaties op ander gebied en (. . .) doordat de band in de R.K. damvereeniging gelegd voor velen een steun is om op het rechte pas te blijven.

Daarmee is het eindelijk duidelijk hoe het komt dat er onder jeugdige dammers zo veel ontspoorden zijn! De bond is dan ook opgericht omdat het ‘noodzakelijk’ was.

Laten we het orgaan van de bons eens chronologisch doornemen. Dan blijkt dat er bij de oprichting 6 clubs aanwezig waren, 4 uit Rotterdam (D.D.D., St. Jan, D.I.D. en O.D.I.) en 1 uit Haarlem (T & P) en 1 uit Bergen op Zoom (Ons Genoegen). Met ongeveer 80 leden was dat de hele bond. Een woordvoerder van de KNDB meende dat twee clubs zich hadden afgescheiden van de bond, maar aan de namen van de 6 te zien is dat niet juist. Bovendien wordt vermeld dat de bond ontstond vanuit enkele St.Josephgezellen Vereenigingen en (R.K.) Volksbonders.

“Ons Damblad” verschijnt 10 keer per jaar en beslaat 4 kantjes per keer, met gevarieerde inhoud, maar vooral gericht op beginnende dammers.
Kort voor 1925 moet de R.K. West-Friesche Dambond zich ook hebben aangesloten. Er zijn per 1-1-1925 in totaal 29 clubs, waaronder

  • D.O.O. Bovenkarspel
  • G.S. Bovenkarspel
  • D.I.D. Grootebroek
  • Nibbixwoud
  • Lutjebroek
  • Wervershoof
  • D.E.Z. Hoogkarspel
  • Onderdijk
  • Excelsior Ooster-Blokker

Een maand later komt daar nog bij

  • Hoorn


Er wordt ook wel districtsnieuws gepubliceerd, maar nooit uit West-Friesland. Het eerste bericht is dat in het clubjaar 1926-1927 J. Wagenaar Jr. (uit Blokker) kampioen van West-Friesland wordt. Uit andere bron weten we dat Wagenaar eens een simultaan op de fiets heeft gegeven, maar daarover is helaas geen woord te vinden.

In januari en februari 1927 staat er geen lijstje met clubs in het blad, in maart wel weer, maar dan blijken alle West-Friese clubs vertrokken. Nieuwe clubs worden wel speciaal vermeld, over vertrekkende geen woord. Het heeft er dus alle schijn van dat de groep van de R.K. West-Friesche Dambond slechts 1 of 2 jaar bij de landelijke bond was aangesloten.

In 1934 zijn er nog 22 clubs, waaronder onze vrienden van Kunst & Genoegen uit De Kwakel, maar geen West-Friese. Maar dan. In mei 1938 wordt vermeld dat in Hoorn de R.K. West-Friesche Dambond heeft vergaderd en dat er goede kans bestaat dat de hele meute er dan weer bij komt. En vooruitlopend op een goede samenwerking worden alvast de eindstanden van de R.K. West-Friesche competitie vermeld:

Eerste klasse

  1. G.S.Z. Bovenkarspel
  2. S.N.A. Heerhugowaard
  3. W.I.K. Onderdijk
  4. D.I.O. Wervershoof
  5. O.N.D. Opdam (sic!)
  6. De Kroonschijf Hoorn


Tweede klasse A

  1. T.O.G. Grootebroek
  2. D.E.Z. Hoogkarspel
  3. Excelsior Blokker (met Wagenaar)
  4. B.M.T. Zwaag (met de grote Bizot)
  5. D.O.O. Bovenkarspel


Tweede klasse B

  1. Wadway
  2. West-Frisia Nibbixwoud
  3. V.I.O.S. Zwaagdijk
  4. D.O.S. Berkhout
  5. S.N.A. 2


Wat een weelde!! Bedenk je je dat er ook nog een neutrale West-Friesche Dambond was (even zelfstandig opererend als de katholieke broeders), die nog groter was, dan zou je bijna verlangen in de dertiger jaren van de vorige eeuw te leven. Hoe ze dat deden zonder auto’s? De Enkhuizer Damclub kwam dikwijls per paardenwagen op de plaats van bestemming en als het te ver was, ging men met een vrachtwagen, waar wat houten bankjes of kussen in waren gelegd, hoewel dat ook in die tijd vermoedelijk al verboden was. Toen ik voor het eerst met de club mee mocht naar een uitwedstrijd, gingen we met z’n tienen in een grote touringcar, met Jan Feenstra als chauffeur. Na verloop van tijd kwam ik erachter wat dat kostte en ook dat dat in de boeken niet altijd terug te vinden was...

Maar terug naar die R.K. Bond. Vanaf zomer 1938 speelde de R.K. Wets-Friesche Dambond onder de vlag van de Nederlandsche R.K. Dambond. Wat er in de oorlogsjaren gebeurde, is niet duidelijk, maar in januari ’47 waren er nog slechts 7 West-Friese clubs over:

  • D.E.Z. Hoogkarspel
  • De Kroonschijf Hoorn
  • O.N.D. Obdam
  • S.N.A. Heerhugowaard
  • D.I.D. Zijdewind, een nieuwe loot, evenals
  • J.H.V. Noord Scharwoude en
  • Perseverentia Waarland, later Volharding geheten.


Het lijkt erop dat er van de West-Friese bond nog maar 4 zijn, terwijl daarnaast een aantal clubs uit het Westen van de provincie zijn aangesloten, waar men ongetwijfeld net zo’n wilde competitie had als bij ons.
In maart 1948 wordt nog vermeld dat de R.K. West-Friesche Dambond 25 jaar bestaat, die zou dus in 1923 zijn opgericht.

Hoe sterk werd er gespeeld? Hieronder twee fragmenten.
dia3
J. Turkenburg uit Wilnis met wit tegen H. Regouw uit Rotterdam.
Zwart speelde (17-21) met leuke bedoelingen, maar liep in de val:
36-31 (27x36)
46-41 (36x47)
38-33 (47x29) enzovoort en het werd remise, wat ik toch nog een hele kunst vindt.

Het tweede diagram is een opdracht voor geoefende spelers, uit 1920.
dia4
Wit speelde 15-10 en 20-14, maar dat werd remise. De vraag is: wat moet wit spelen om te winnen?
En daar mag u dan nog even over nadenken, hoewel het me niet zo moeilijk lijkt.