Wat een reis! Ik vertrok om 17:30, haalde in Wervershoof Richard achter zijn warme maaltijd vandaan en parkeerde om half zeven aan het (of de?) Onder Zeil, vanwaar we verder met Cor mochten meerijden. Na een sightseeing door Almere zagen we Peter achter een dambord zitten, dus wisten we dat de plaats van bestemming keurig op tijd was bereikt.
Niet om de mensen, want die zijn hier net zo vriendelijk als bij alle andere clubs waar we komen, maar Almere had toch niet bij Noord-Holland moeten worden ingedeeld.
De partijen:
1. Michel Horn – Richard Bos 1-1
1. 32-28 16-21; 2. 31-26 11-16; 3. 37-32-18-22; 4. 41-37 7-11; 5. 34-29 1-7; 6. 46-41 20-25; 7. 40-34 15-20; 8. 45-40 10-15; 9. 50-45 4-10; 10. 32-27 21x23; 11. 29x27 19-23; 12. 38-32 14-19; 13. 43-38 10-14; 14. 49-43 5-10; 15. 36-31
Zwart moet nu wat, omdat 12-18. 13-18 en 20-24 verhinderd zijn vanwege een vervelend damzetje, Hij zal niet verwacht hebben dat weit de tijdelijke schijfwinst neemt:
17-21; 16. 26x17 12x21; 17. 34-30
Eerst 33-29?
17. - - 25x34; 18. 40x18 13x22; 19. 27x18 8-12; 20. 31-26
Nu eerst 39-34?
20. - - 12x33; 21. 26x17 11x22; 22. 32-28
Hier dacht ik aan 35-30
22. - - 23x32; 23. 38x18 3-8; 24. 42-38 20-24; 25. 38-32 8-12; 26. 45-40 12x23;
Dat geruil is wel leuk allemaal, maar het belemmert bneide spelers in de opbouw naar een interessante stand. Dat zal Richgard ook gevonden hebben.
27. 40-34 7-12; 28. 34-29 23x34;
Er kan nog meer worden geruild.
29. 39x30 12-18; 30. 44-39 14-20; 31. 47-42 6-11; 32. 42-38 10-14; 33. 32-27 9-13; 34. 37-32 20-25; 35. 41-37 25x34; 36. 39x30 14-20; 37. 30-25 18-23; 38. 25x14 19x10; 39. 43-39 10-14; 40. 39-34 13-19; 41. 34-30 14-20; 42. 30-25 remise.
Tijdnood zal een rol hebben gespeeld.
De slotstand nog even:
Na deze ruil staat zwart zo dun in het centrum dat hij opnieuw zijn toevlucht zal moeten nemen tot een achteruit-ruil. Er resteert dan een stand van 6 om 6 met aanzienlijk tempovoordeel voor wit, maar met geen ander resultaat dan remise.
2. Cor Westerveld – Leen van der Gaag 2-0
1. 31-26 18-23; 2. 36-31 12-18; 3. 41-36 7-12; 4. 46-41 1-7; 5. 33-28 20-24; 6. 39-33 24-29; 7. 33x24 19x39; 8. 28x19 13x24; 9. 44x33 14-19; 10. 31-27 10-14; 11. 49-44 5-10; 12. 44-39 8-13; 13. 40-34 15-20; 14. 36-31 10-15; 15. 41-36 20-25; 16. 34-30 25x34; 17. 39x30 14-20; zie diagram.
18. 30-25 18-23; 19. 25x14 9x20.
Niet zo slim gespeeld van zwart, die toch al niet lekker staat op de lange vleugel.
20. 33-29 24x33; 21. 38x9 3x14; 22. 27-22 17x28; 23. 32x23 19x28; 24. 26-21 16x27; 25. 31x33 14-19; 26. 45-40 12-18; 27. 40-34 19-24; 28. 43-39 2-8; 29. 34-30 4-9; 30. 30x19 9-13; 31. 39-34 13x24; 32. 42-38 18-23; 33. 50-45 8-13; 34. 47-42 23-29.
Was er niets te zeggen voor 24-29?
35. 34x23 24-30; 36. 35x24 20x18; 37. 33-29 13-19; 38. 45-40 19-24; 39. 29x20 15x24; 40. 38-33 11-17; 41. 42-38 6-11; 42. 40-34 18-23; 43. 37-32 23-29.
Zo langzamerhand moet wit een prettig gevoel hebben gekregen, als hij dat nog niet had. Zwart had wellicht beter even kunnen wachten met zijn doorbraakpoging. Door bijvoorbeeld 11-16 lokt hij schijf 48 naar 42 en krijgt de doorbraak meer kans.
Nu komt wit één zet eerder op dam en ... heeft een vangstelling. Dat is toch knap gespeeld!
44. 34x23 24-30; 45. 23-19 30-34; 46. 19-14 34-40; 47. 14-10 40-44; 48. 10-5. Zie diagram.
Dam halen kan niet, dus:
48. - - 17-22; 49. 36-31 11-17; 50. 31-26 7-11; 51. 48-42 11-16; 52. 42-37 16-21; 53. 5-23 22-27; 54. 23-45 27-31; 55. 45-1 31x42; 56. 38x47.
Zwarts klok was intussen gevallen, maar ... we spelen met een tempo van 50 zetten in 90 minuten, en geen 60. Ik had me daar ook op verkeken.
Na nog een poosje te hebben zitten rekenen gaf zwart hier de strijd echter op. Zijn enige alternatief was nog 17-22, 44-49 en een 1 om 4 eindspel.
3. V. Tjokro – Peter Noé 2-0
1. 32-28 17-21; 2. 37-32 21-26; 3. 32-27 26x37; 4. 41x32 11-17; 5. 46-41 6-11; 6. 41-37 1-6; 7. 37-31 19-23; 8. 28x19 14x23; 9. 42-37 10-14; 10. 47-42 14-19; 11. 33-28 17-21; 12. 39-33 5-10; 13. 34-30 20-24; 14. 44-39 10-14; 15. 49-44 14-20; 16. 30-25 9-14; 17. 39-34 4-9.
Na 24-30 blijft het gelijk, maar houdt zwart een voorpost die niet te verdedigen is.
18. 34-29 23x34; 19. 40x29 18-23; 20. 29x18 12x23; 21. 44-39 21-26; 22. 45-40 7-12.
35-30 en 33-29 levert wit nu een dam op, maar die raakt hij weer kwijt en er rest hem een schijf achterstand.
23. 50-45 24-29; 24. 33x24 20x29; 25. 39-33 14-20; 26. 25x14 9x20; 27. 33x24 20x29;
Riskant spel van zwart, maar het moet allemaal kunnen.
28. 43-39 12-18; 29. 40-34 29x40; 30. 35x44.
Oei, dat is jammer. Nu is het ook nog opletten geblazen.
30. - - 15-20; 31. 44-40 8-12; 32. 39-34 20-24; 33. 27-22 18x27; 34. 31x22. Diagram!
Dit is zo’n moment waarop je niet overhaast te werk moet gaan.
Er dreigt 22-18, dat is duidelijk. Daarnaast dreigt ook 34-29. Op 24-29 kan wit 22-18, 40-35, 38x7, maar na 16-21 zijn de beste kansen voor zwart. Ook het verdedigend 11-17x7 lijkt me nog wel goed. Zwart koos echter voor:
34. - - 12-18; 35. 22-17 11x33; 36. 38x20 3-9; 37. 20-15 9-14
en hier stopt de notatie ten teken dat zwart de strijd heeft opgegeven. Terecht?
34-30 2-8, 30-25 19-24, eerst 32-27 23-29, dan toch maar 25-20 14x25, 40-35 18-23, 15-10 8-12, de vangstelling staat op tijd klaar. 37-31 26x37, 42x31 12-17, dan maar 27-22 17x28, 10-4. Een dam tegen vier schijven. Met een Turkse slag: 29-34 kan de stand al weer in evenwicht worden gebracht, maar laten we daar nog eens overheen kijken: 28-32, 4x38 16-21, 38x16 6-11 en er ontstaat een drie tegen vier eindspel, dat overigens ook remise loopt.
Jammer. Mijn ervaring is dat gebrek aan wedstrijdroutine leidt tot moedeloosheid en als je dan nadelig wordt verrast, wil je nog wel eens te snel opgeven, c.q. remise geven.
4. Hans van der Veen – Anthony Richardson 1-1
Een rating van slechts 867. In toernooibase staan slechts drie partijen van hem: verloren van Georgiev en Remeijer (vastlopertje) en gewonnen van ene Gerrit Baas. Daarnaast dit seizoen één keer verloren en twee keer gewonnen, maar tegen niet al te sterke tegenstanders. Daar moet gemakkelijk van te winnen zijn.
1. 33-28 18-23; 2. 39-33 12-18; 3. 31-27 17-22; 4. 28x17 11x31; 5. 36x27 7-11; 6. 44-39 8-12; 7. 50-44 2-8; 8. 41-36 12-17; 9. 33-28 20-24; 10. 38-33.
Hier zal hij niet in tuinen, maar nooit geschoten is altijd mis. Bovendien heb ik niet beter.
10. - - 14-20; 11. 34-29 23x34; 12. 39x30 17-22; 13. 28x17 11x31; 14. 36x27.
Altijd jammer, zulke vereenvoudigingen.
14. - - 8-12; 15. 33-28 20-25; 16. 42-38 25x34; 17. 40x20 15x24; 18. 47-42 10-14; 19. 44-40 5-10; 20. 43-39 10-15; 21. 38-33 14-20; 22. 42-38 1-7; 23. 49-43 7-11; 24. 40-34.
Een lokkertje: 24-30, 18x29, 16-21, 13x31, maar dat kost twee schijven. Je moet ervan uitgaan dat je tegenstander kan rekenen, maar als hij schijf 37 over het hoofd ziet, trapt hij er misschien in.
24. - - 20-25; 25. 27-22 18x27; 26. 32x21 16x27; 27. 28-23 19x28; 28. 33x31.
Met tegenzin, maar ik geloof niet dat ik eronderuit kon. Er volgen nu van wit enkele zetten waar je een vraagteken bij kunt plaatsen.
28. - - 13-19; 29. 46-41 9-13; 30. 37-32 4-9; 31. 41-37 13-18; 32. 48-42 9-14; 33. 32-28 3-8; 34. 39-33 18-23; 35. 37-32 12-17.
Laten we maar eens een diagrammetje doen.
Ik had liever 11-17 gehad, maar lieve koekjes worden er niet gebakken in Almere.
36. 31-27 11-16; 37. 27-22.
Beter was geweest 42-37, omdat de damzet mank gaat: 16-21, 17-22, 23-29, 19x48 en dan 32-27!! Je weet maar nooit of een tegenstander er in deze fase van de strijd in trapt.
37. - - 16-21; 38. 22x11 6x17.
En nu heb ik niet anders dan:
39. 33-29 24x22; 40. 22-28 23x32; 41. 38x18.
Op de volgende zet loop ik ergens tussen om weer met gelijke schijven te komen. Zwart koos daarom voor 19-23 en we besloten maar remise te doen. Had zwart het onderste uit de kan willen hebben, dan had hij het me nog knap lastig kunnen maken.