1. Leen van der Gaag – Jan Bakker 0 – 2
1. 31-27 17-21; 2. 33-28 18-23; 3. 39-33 12-18; 4. 37-31 21-26; 5. 44-39 26x37; 6. 42x31 7-12; 7. 41-37 20-24; 8. 47-42 14-20; 9. 34-30 20-25; 10. 46-41 25x34; 11. 40x20 15x24.
Geen slecht begin voor zwart.
12. 45-40 10-15; 13. 40-34 4-10; 14. 34-30 10-14; 15. 49-44 11-17; 16. 27-22 18x27; 17. 31x11 6x17; 18. 36-31 17-21; 19. 31-27 12-18; 20. 37-31 1-6;
De stand lijkt neutraal, maar vraagt onze volle aandacht.
Speelt wit 31-26 dan kan 2-7, 26x17 7-11, 28-22 maar ik denk niet dat de zwartspeler zich daaraan zou wagen. Die schijf win je niet meer terug. Maar hij heeft misschien beter:
23-29, 26x17 29-34 en wit moet zijn schijf wel prijs geven, wat hij met plezier zal doen: 42-37 34x25, 27-22 18x27, 32x21 16x27, 17-11 6x17, 28-23 19x28, 33x11. Een doorbraak ten koste van een schijf. Dam halen zal direct niet kunnen vanwege de vangstelling, maar de zwarte voorpost op 27 gaat absoluut sneuvelen en dan is de stand gelijk, of na dam halen komt wit een schijf vóór.
Conclusie lijkt me dan dat zwart 23-29 moet spelen en daarna door 18-23 zijn schijf moet terugwinnen, maar of hij daar blij mee moet zijn...... Wit natuurlijk 44-40 9-13, 42-37 5-10, 30-25 8-12, 41-36 2-8, 37-31 12-17, 31-27 15-20, 50-45 10-15, geen keer heeft 39-34 succes, dus dan nu maar 36-31 17-21, en nu dan: 39-34 24-30, en dan blijkt 35x24 toch de beste (A), 19x39, 43x23 21-26, en wit heeft zijn schijfje te pakken.
Maar laten we er niet te diep op ingaan!
21. 41-36 21-26; 22. 30-25 26x37; 23. 42x31 2-7; 24. 48-42 14-20; 25. 25x14 9x20; 26. 42-37 5-10; 27. 31-26 10-14; 28. 37-31 7-12; 29. 44-40 20-25; 30. 50-45 14-20; 31. 28-22 12-17; 32. 22x11 16x7; 33. 33-28 8-12; 34. 26-21 3-8; 35. 28-22 en nu ruikt zwart zijn kans:
35. - - - 24-30; 36. 35x24 19x30.
Voor de rondslag staat nu nog een schijf in de weg, maar 30-35 dreigt ook. Wit had nog het beste 40-34 kunnen spelen en na 30-35, 21-17, 27x16, 31x22, waarna 35-40 faalt door 34-29, 39x30, 43-29, 38x49 en meer dan remise zit er voor zwart niet in. Hij speelde echter
37. 39-33 30-35; 38. 43-39 35x44; 39. 39x50 13-19; 40. 22x11 6x39.
Twee schijven winst, maar nu de partij nog.
Zo’n grote slag komt niet alle dagen voor. We zouden dat wél moeten doen, want gebeurt het je nu een keer, dan wil het wel eens gebeuren dat je in je enthousiasme de verkeerde schijven weg pakt…......
Wit heeft bij het slaan niet schijf 18 weggepakt, maar schijf 12. Daardoor is de stand nu als volgt:
En het spel ging vrolijk verder:
41. 27-21 19-24; 42. 36-31 23-29; 43. 21-16 29-33; 44. 38x29 24x33; 45. 31-27 33-38; 46. 16-11 38-43; 47. 11-7 43-48;
Dat is slim gespeeld, want nu staat er meteen een vangstelling.
48. 27-21 20-24; 49. 21-16 18-22;
De vangstelling blijft en nu komt er ruimte om de winst te pakken.
50. 16-11 39-44; 51. 50x39 48x1 en wit geeft op.
Wit had beter maar meteen kunnen opstoten naar dam op 2, maar had dan toch ook het loodje moeten leggen. Vanuit de diagramstand:
27-21 23-29; 21-16 19-24; 16-11 29-33; 38x29 24x33; 11-07 39-43; 7-2 33-38; 45-40 38-42; 2-8 18-23; 40-34 43-49; 8-35 49-16; 35-2 42-47; 36-31 16-32; 31-26 32-46; 2-16 47-33; 16-49 20-24; 26-21 24-30; 21-16 30x39; 49-21 25-30; 21-27 30-35; 27-21 35-40; 21-8 39-43; 8-3 43-48; 3-21 48-26; 21-43 33-38; 43x10 46x05 en uit.
2. Richard Bos – Valentino Tjokro 2 – 0
1. 33-29 19-23; 2. 35-30 20-25; 3. 40-35 14-20; 4. 44-40 13-19; 5. 30-24 19x30; 6. 35x24 8-13; 7. 38-33 9-14; 8. 33-28 3-8; 9. 28x19 14x23; 10. 50-44 10-14; 11. 43-38 4-10; 12. 48-43 14-19; 13. 40-35 19x30; 14. 35x24 10-14; 15. 45-40 17-22; 16. 38-33 5-10; 17. 31-27 22x31; 18. 36x27.
Richard heeft hier een vraagteken bij geplaatst. Er lijkt me niks mis mee.
18. - - - 11-17; 19. 43-38 7-11; 20. 41-36 1-7; 21. 33-28 17-22; 22. 28x19 14x23; 23. 38-33 22x31; 24. 36x27.
Nu wordt ineens duidelijk dat wit er toch wel aardig goed voor staat. Maar ook hier geldt dat schijfwinst nog geen partijwinst is. De noodgreep die zwart straks toepast maakt het echter een stuk gemakkelijker:
24. - - - 11-17; 25. 33-28 25-30; 26. 34x5 23x45; 27. 44-40 45x43; 28. 49x38 en zwart geeft het op
3. Anthony Richardson – Peter Noé 1 – 1
1. 32-28 17-21; 2. 37-32 21-26; 3. 41-37 11-17; 4. 28-23 19x28; 5. 33x11 6x17; 6. 39-33 17-21; 7. 44-39 14-19; 8. 50-44 10-14; 9. 33-28 18-23; 10. 31-27 12-18; 11. 38-33 7-12; 12. 42-38 20-24; 13. 34-29 23x34; 14. 40x20 15x24; 15. 47-42 18-23; 16. 44-40 5-10; 17. 39-34 24-29; 18. 33x24 19x39; 19. 43x34 12-18; 20. 28x19 13x24; 21. 49-43 9-13; 22. 43-39 4-9; 23. 34-30 14-19; 24. 39-34
Wit dreigt met een dammetje, dus het wordt tijd voor een diagram.
Laten we eens kijken wat er gebeurt op 8-12: 27-22, 38-33 27x47, 48-43, 34x5 13-19 en het slot van het liedje is dat wit een schijf vóór staat.
24. - - - 18-23; 25. 38-33 8-12; 26. 33-28 2-8; 27. 37-31 26x37; 28. 31x41 21x32; 29. 28x37. Het enige wat wit nog met goed fatsoen kon spelen.
30. - - - 9-14; 30. 36-31 1-6; 31. 41-36 12-17; 32. 46-41 8-12; 33. 42-38 3-8; 34. 48-43 12-18; 35. 43-39 10-15.
En zo weet wit zich uiteindelijk toch uit de knelstand te bevrijden. Maar hij zal zichzelf meteen weer in de nesten werken.
36. 30-25 18-22; 37. 34-30 13-18; 38. 38-32 24-29; 39. 40-34 29x40; 40. 45x34 15-20; 41. 39-33 20-24 en remise met nog 20 schijven op het bord.
De ene tegenstander is de andere niet: deze zou wel eens 34-29 23x34, 30x39 kunnen doen. Zwart 8-12 en het enige wat wit nog tegen de dreiging 14-20 kan doen is een schijf offeren. Ik kad dit toch nog maar even afgewacht.
Mogelijkheid 2 is 33-29 24x33, 32-28 23x32, 37x39 19-23, 16-21 ?, A (met op 24-29 21-26, met een kansrijke positie voor zwart), 35-30 22-28, 31-27 21x32, 24-19 14-20, 25x14 32-38, 41-37 18-22, 30-25 28-32, maar dat riekt toch erg naar remise.
A. Ik had daarom in plaats van 16-21 maar liever 8-13 gespeeld. Wit 34-30 13-19, 24x13 18x9, maar ook nu zie ik zwert niet verder komen dan remise.
Rest ons in de diagramstand nog de ruil 32-28 23x32, 37x28 met de dreiging 34-29. Daarom nu 18-23, wit 31-27 23x21, 34-29 en zwart zal zijn toevlucht moeten nemen tot 22-28.
Conclusie: terechte remise.
4. Peter Bergen – G.A. van der Zwan 1 – 1
1. 32-28 19-23; 2. 28x19 14x23; 3. 37-32 10-14; 4. 41-37 13-19; 5. 46-41 9-13; 6. 33-28 4-9; 7. 31-27 17-22; 8. 28x17 11x31; 9. 36x27 5-10; 10. 39-33 12-17; 11. 44-39 7-12; 12. 50-44 1-7; 13. 33-28 17-22; 14. 28x17 12x21; 15. 38-33 7-12; 16. 33-28 17-22; 17. 34-30 2-7; 18. 43-38 21-26; 19. 39-33 7-11; 20. 30-25 11-17; 21. 41-36 17-22; 22. 28x17 12x21; 23. 33-28 15-20; 24. 38-33 10-15; 25. 42-38.
Daarmee is de ruil 37-31x31 uitgesloten.
25. - - - 6-11; 26. 47-42 24-29; 27. 33x24 20x29; 28. 49-43 11-17.
Dat geeft lucht, maar zwart zal ook geen betere hebben geweten. Wit neemt nu de drie om drie, omdat hij vanwege de dreiging 18-22 niet anders kan
29. 27-22 18x27; 30. 37-31 26x37; 31. 42x11 16x7; 32. 36-31.
Een mooie stand voor een diagram.
Het wordt al wat dunner en wit heeft zijn verdediging goed in orde. Ik had nu verwacht dat zwart zou gaan oprukken met de schijven 7 en 8, eventueel nadat hij 21-26 had gespeeld. De afruil die hij nu maakt doet vermoeden dat hij met remise tevreden is.
32. - - - 29-34; 33. 40x18 13x42; 34. 48x37 21-26; 35. 45-40 19-23; 36. 40-34 14-19; 37. 44-39 8-13; 38. 39-33 9-14; 39. 35-30
Dit blijkt inderdaad de beste voortzetting te zijn.
39. - - - 15-20; 40. 34-29 23x34; 41. 30x39 20-24; 42. 31-27 19-23; 43. 33-28 23-29; 44. 43-38 13-19.
Ik weet zo niet hoe je dit had kunnen voorkomen, dus we moeten maar weer terug.
45. 38-33 29x38; 46. 32x43 24-29; 47. 28-22 19-23; 48. 37-32 3-9; 49. 43-38 14-19; 50. 25-20 7-11; 51. 38-33.
Ook die blijkt weer de beste te zijn.
51. - - - 29x38; 52. 32x43 23-29; 53. 43-38 19-23; 54. 38-32 11-16; 55. 22-17 16-21; 56. 27x16 26-31; 57. 32-27 31x11; 58. 16x7 23-28 remise en dat is – voor wit althans – toch verdraaid jammer.
Wit speelt nog
59. 7-2 en er wordt tot remise besloten.
Een boeiend eindspel! Voor wie het nog niet gelooft: een mogelijke winstpoging is::
Nu zijn er drie mogelijkheden:
A. Op 29-33 komt 2-11, maar zo dam zal zwart niet zijn.
B. Op 28-32 komt 2-24. Zwart zal dan eerst 29-34 en dan 9-13 moeten offeren. Kiest zwart dan voor 32-37 dan verliest hij alsnog op een zeer fraaie manier: eerst de dam naar 24, verplicht 37-41, dan de dam naar 19. Op 41-46 komt natuurlijk 19-5, op 41-47 komt 30-24. Zwart moet naar 36, wit geeft dam en schijf en wint. Als zwart het door heeft, speelt hij echter 32-38 dan helpt 8-21 38-42, 21-26 42-47, 30-24 47-41 net niet meer.
C. Maar zwart kan ook nog 28-33, 39x28 29-34. Op 2-35 volgt nu eerst nog een offer, 9-13 en dan een vrije doorloop naar remise. Op 2-16 volgt 34-40 en ook precies remise . De plusjes doen we hier niet aan.
Ook 7-1 had trouwens niet geholpen, want zwart gaat dan lopen met schijf 28 en nu is er geen vangstelling.