Klopt dat wel? Jawel, wat toch eigenlijk 7-1 jad moeten zijn, leverde uiteindelijk niet meer op dan een gelijkspel. Met angst en beven zien we de wedstrijd tegen Purmerend tegemoet.
1 Richard Bos (1259) – J. Rover (404) 2-0
De invaller had men maar op het eerste bord gezet met tot gevolg dat geen van beide spelers een leuke avond beleefde. De een noemt het wedstrijdtactiek, de ander noemt het onsportiviteit.
1. 33-29 18-23; 2. 29x19 12x23; 3. 34-30 20-25; 4. 31-26 25x34; 5. 40x18 13x22; 6. 36-31 7-12; 7. 38-33 2-7; 8. 42-38 9-13; 9. 45-40 4-9; 10. 40-34 12-18; 11. 41-36 7-12; 12. 32-27 19-23; 13. 34-29 23x34; 14. 39x30 1-7; 15. 33-29 17-21; 16. 26x28 18-23; 17. 28x19 14x25; 18. 46-41 10-14; 19. 47-42 14-19; 20. 37-32 5-10; 21. 41-37 10-14; 22. 43-39 14-20; 23. 32-28 9-14; 24. 37-32 3-9; 25. 42-37 12-17; 26. 39-33 25-30; 27. 35x24 20x29; 28. 33x24 19x30; 29. 48-43 7-12; 30. 43-39.
Hoe zwak mogen ze zetten van wit zijn om het toch een beetje ingewikkeld te maken en hoe lang zal het duren voordat zwart zijn eerste fout maakt? Niet lang meer, want hier speelt hij
30. - - - 13-18.
We zouden deze stand trouwens eens door twee sterke dammers moeten laten uitspelen, want ik heb de indruk dat wit analytisch al gewonnen staat.
31. 28-23 18x29; 32. 27-22 17x28; 33. 32x25.
Dat is tenminste een schijf. Nu maar weer een poosje afwachten.
34. - - - 9-13; 34. 39-33 12-18; 35. 31-27 8-12; 36. 44-39 11-17;37. 37-32 6-11; 38. 36-31 14-19.
De laatste twee zetten zijn vreselijk zwak. Zwart is bezig zichzelf helemaal vast te zetten.
39. 33-28 18-23; 40. 39-34 17-21; 41. 31-26 11-17.
Richard merkte op dat er nog een leuk zetje mogelijk was geweest als 49 op 48 had gestaan. Maar goed dat hij op 49 stond, want stel je voor als hij hem had gespeeld.
Zo zie je maar, het gaat bij dammen niet om wie het leukste zetje speelt, maar om wie wint.
42. 34-30 13-18; 43. 38-33 19-24, de enige die nog kan. 44. 28x19 24x13; 45. 33-29 13-19; 46. 30-24 19x30; 47. 25x34 15-20; 48. 34-30 en zwart gaf het op.
2. R. Koendjbihane (935) – Jan Bakker (783) 2 – 0
1. 32-28 18-23; 2. 33-29 23x32; 3. 37x28 19-23; 4. 28x19 13x33; 5. 39x28 12-18; 6. 44-39 7-12; 7. 50-44 9-13; 8. 41-37 1-7; 9. 37-32 4-9; 10. 46-41 17-21; 11. 41-37 21-26; 12. 39-33 14-19; 13. 44-39 10-14; 14. 34-30 20-24.
Tot zo ver niets op aante merken, maar deze had ik maar liever niet gedaan.
15. 30-25 11-17; 16. 40-34 24-30; 17. 35x24 19x30; 18. 34-29 30-35; 19. 45-40 35x44; 20. 39x50.
Voorzichtigheidf is troef bij wit.
20. - - - 14-19; 21. 29-24 19x30; 22. 25x34 13-19; 23. 50-45 8-13; 24. 43-39 17-21; 25. 49-44 18-23; 26. 33-29 5-10.
Waarom ontwikkelt wit zijn linker vleugel niet, zou je zeggen.
27. 29x18 13x33; 28. 38x29 10-14; 29. 45-40 2-8; 30. 42-38 8-13; 31. 38-33 7-11; 32. 40-35 12-18; 33. 35-30 21-27.
Daar speel je wit mee in de kaart. Ik dacht hier aan 11-17 en straks 17-21.
34. 32x21 26x17; 35. 44-40 17-21; 36. 31-26 19-23; 37. 26x17 11x22; 38. 37-31 16-21; 39. 40-35 21-26; 40. 31-27 22x31; 41. 36x27.
Zou daar niet van te profiteren zijn? We moeten wel voorkomen dat wit een schijf op 32 krijgt. Ik denk aan:
14-20; 30-25 20-24; 29x20 15x24; 47-41 3-8; 48-43 6-11; 41-37 13-19;
43-38 9-13; 38-32 8-12; 33-28. Dit is toch smullen! 12-17; 34-30.
Ik denk dat nu 26-31 wel kan, want als wit naar voren slaat, loopt hij vast. Dan verder: 27x36 18-22 en volgens mij kan wit maar het beste de remise pakken met 25-20, hoewel ook dan nog een leuk eindspel ontstaat.
Zwart wil de kroonschijf niet in het spel brengen én 14 laten staan. Dan sta je voor een dilemma, maar of dit nu zo sterk is:
41 - - - 18-22; 42. 27x18 23x12.
Waarom slaat wit niet met 29? Om ook maar iets te kunnen presteren, zal zwart 6 moeten opbrengen en daarmee vrije doorgang bieden. Als je deze keus maakt met een zee van tijd (toch?), dan begrijp ik niet hoe de man nog aan een rating van 935 kan komen.
43. 33-28 26-31; 44. 48-42 31-36; 45. 29-23 6-11; 46. 42-37 14-20; 47. 23-19 13x24; 48. 30x19 9-14; 49. 19x10 15x4.
Vakkundig brengt wit zijn winnende stelling om zeep.
50. 34-29 11-17; 51. 37-32 4-9; 52. 39-34 3-8; 53. 34-30 17-22; 54. 28x17 12x21;
Ik heb er mijn twijfels bij.
55. 30-24 20-25; 56. 24-19 8-12; 57. 29-23 21-26.
Als het is berekend, dan is het geweldig! Precies tempo’s genoeg om te ontsnappen!
58. 32-28 26-31; 59. 28-22 31-37; 60. 22-18 37-41; 61. 18x07 41-46; 62. 23-18 46x14.
daarna is nog een tiental zetten gespeeld, maar de notatie stopt hier.
Dat is jammer, want hoewel (a) wit de hele partij consequent op remise heeft gespeeld en (b) iedere beetje dammer kan zien dat dit remise wordt, gaat wit rustig verder.
Wat moet je daarmee? Richard merkte op: “Ik geef in zo’n geval mijn partij op en loop weg, want ik kan er niet tegen.” Ik heb dit wel eens anders opgelost. Met nog een uur op de klok ben ik naar buiten gegaan, heb er een rondje gelopen en met wat voorbijgangers gesproken en ben 50 minuten later weer achter het bord gaan zitten. Mijn tegenstander bood toen meteen remise aan.
Wat je niet moet doen, is stoppen met noteren en snel spelen. Notatie is immers verplicht! (Beide spelers stopten met schrijven!). En snel spelen is funest.
Een poosje later noteerde ik deze stand met zwart aan zet.
10-15 is toch remise ?
Op 45-29 eerst 36-41 en dan 25-30.
3. Peter Bergen (907) – Anthony Richardson (876) 2-0
1. 32-28 18-23; 2. 38-32 12-18; 3. 43-38 7-12; 4. 49-43 1-7; 5. 31-27 17-22; 6. 8x17 11x31; 7. 36x27 7-11 ; 8. 41-36 12-17; 9. 33-28 20-24; 10. 34-30 8-12; 11. 39-33 2-7; 12. 37-31 14-20; 13. 30-25 10-14;
Dit wordt mooi!
14. 44-39 4-10; 15. 46-41 23-29.
Sterker: dit wordt heel mooi!
16. 41-37 3-8.
Ik ben bang dat zwart hier had moeten ruilen met 18-22x23, want nu wint wit een schijf. Zwart komt echter wel beroerd te staan, doordat de hele lange vleugel vast staat. Zoiets als:
31-27 17-22; 27x18 23x12; 36-31 16-21; 31-27 11-16; 50-44 21-26; 47-41
7-11; 41-36 3-8; 36-31, de moeite waard om eens op het bord te zetten.
17. 28-22 17x28; 18. 32x34 11-17; 19. 50-44 17-21; 20. 47-41 21x32; 21. 37x28 7-11; 22. 34-29.
ijzersterk.
22. - - - 12-17; 23. 42-37 18-23; 24. 29x18 13x22; 25. 38-32 9-13; 26. 31-26.
Op 32-27 komt de plakker 24-29.
26. - - - 8-12.
Voor 24-29 was ook wel wat te zeggen geweest, 33x24 20x29, 35-30 (de enige) 22x33, 39x28 19-23 enzovoort.
Nu heeft wit wat leuks bedacht om zijn stand te stabiliseren.
27. 33-29 22x33.
Anders volgt 43-38 en 36x9.
28. 29x38 19-23; 29. 39-33 13-18; 30. 44-39 24-29; 31. 33x24 20x29; 32. 37-31 15-20; 33. 32-27
En weer zit zwart in de problemen.
33. - - - 17-22; 34. 35-30 29-34; 35. 40x29 23x34; 36. 30-24.
Op 39-33 kan zwart nog doorbreken met 34-40 en 14-19. Wit houdt dan wel drie schijven meer, maar winst zal er dan zeker niet meer voor hem inzitten. Het zetje dreigt nu ook al.
36. - - - 20x29; 37. 39x30
Feitelijk is het hier beslist. Zwart moet nu 11-17 spelen, maar hij doorziet de doorbraak niet. Het verloop zou in dat geval zoiets zijn geweest: 43-39 14-20; 25x14 10x19; 39-34 (niet 39-33!!) 29x40; 45x34 5-10; 38-33 19-23; 30-25
10-14; 33-29 14-19; misschien toch maar 25-20 19-24; 20-14 24x33; 14-10 en dat zal wit toch wel winnen.
Terug naar de partij!
37. - - - 14-20; 38. 25x14 10x19; 39. 38-33 29x49; 40. 41-37 49x21; 41. 26x8 11-17; 42. 8-3 16-21; 43. 31-26 22-28; 44. 3-9 18-23; 45. 9-25 28-33; 46. 30-24 19x30; 47. 25x14 en zwart gaf het op.
Een zéér verdiende overwinning.
4. A. van der Zwan (715) – Peter Noé (913) 2 – 0
1. 34-30 17-21; 2. 31-26 20-25; 3. 26x17 25x34; 4. 39x30 12x21;
Ieder zijn smaak, maar waarom toch allemaal naar die flanken. Wil je een mooie partij hebben, dan moet je naar het centrum gaan.
5. 44-39 7-12; 6. 50-44 1-7; 7. 36-31 21-26; 8. 31-27 18-23; 9. 40-34 14-20; 10. 30-25 10-14; 11. 34-29 23x34; 12. 39x30 4-10; 13. 44-39 12-18; 14. 49-44 7-12; 15. 44-40 19-24; 16. 30x19 14x23; 17. 25x14 10x19.
Mijn goedkeurig heeft het zwarte spel tot zo ver.
18. 41-36 5-10; 19. 39-34 10-14; 20. 43-39 11-17; 21. 34-30 14-20; 22. 30-25 17-21; 23. 25x14 9x20; 24. 39-34
Jammer dat 47-41 nog niet is gespeeld!! 23-28; 32x25 21x43; 48x39 15-20;
25x14 13-19; 14x23 18x47; 39-33 47x15; 34-29 15x31; 36x27 en schijfwinst.
24. - - - 3-9;
Er is ook nog wel wat te zeggen voor 12-17
25. 33-28 20-24; 26. 46-41 9-14; 27. 34-30 2-7; 28. 36-31 24-29; 29. 41-36.
Daar krijgt zwart zo waar een schijfwinst in de schoot geworpen. En zo lastig is het toch nie, te meer daar het alternatief zonder meer zwak is. 29-33 en wit heeft de keus tussen één schijf achter en drie schijven achter. Jammer dat het niet gezien werd.
In plaats van 41-36 had wit hier moeten ruilen 40-34x34 en op de korte vleugel gaat zwart straks leuke kansen creëren.
Echter:
29. - - - 7-11; 30. 38-33 29x38; 31. 42x33 15-20; 32. 47-42 20-24; 33. 42-38.
En in een paar zetten is de situatie totaal veranderd.
33. - - - 11-17; 34. 30-25.
Nu is 23-29 de aangewezen zet, maar zwart ziet iets en denkt: “Laten we het eens proberen.” Dat doe je in een vriendschappelijk partijtje, maar in een wedstrijd ga je eerst aan het rekenen. Onderaan de partij kom ik nog even op deze interessante stand terug.
34. - - - 17-22; 35. 28x17 24-29; 36. 33x24 19x30; 37. 25x34 23-28; 38. 32x23 21x41; 39. 36x47 18x29; 40. 34x23 12x21; 41. 47-42 26x37; 42. 42x31
Nu de mist is opgetrokken, zien we dat het slechts één schijf heeft gekost, maar dit was toch wel te berekenen geweest, met een zee van tijd op de klok. Jammer.
42. - - - 6-11; 43. 48-43 11-17 en zwart gaf de strijd op.
Dat kan ik me voorstellen, want als je zo’n blunder hebt begaan en een schijf achter raakt, zinkt de moed je in de schoenen, raak je helemaal uit je concentratie en ziet het allemaal niet meer zitten. Maar was het eindspel kansloos? Ik neem de stand na de laatste zet van wit.
Een standje om van te smullen. Hadden we Vuurboom nog maar! Zwart heeft nog twee wapens in de strijd: een poging tot doorbraak op de lange vleugel en de aanval op schijf 23. Denkbaar spel is het volgende: 21-26 ; 31-27 8-12; 38-33 11-17; 40-34. Nu zit er nog een geniepigheidje in als zwart 17-21 speelt, namelijk 23-19.
- Op 14x23 komt dan 33-29 (met waarschijnlijk nog wel remise)
- op 13x24 komt 34-29 (idem) en
- op 21x32 komt 19x17 en staat zwart twee schijven achter en zal het heel moeilijk krijgen.
Veel sterker is daarom:
16-21; 27x16 26-31; 35-30 31-37; 43-38 (blijkt beter dan 30-24) 13-19;
33-29 (beter dan 33-28) 19x28; 38-32 37-42; 32x23 17-21 (!); 16x27 42-47;
Nog even leuk omdat op 30-24 – en waarom zou wit daar niet intrappen? – het alsnog wint!!! Dus 23-18 47x35; 18x7 45-40 !; 7-1 verplicht en een heel gelijkwaardige remise.
Ik wil nog even terug naar de diagramstand van de slagzet, want enig rekenwerk is daar wel vereist. En als je dat hebt gedaan kun je alleen maar concluderen dat zwart hier de beste kans op een puntendeling heeft benut. Voert hij de combinatie niet uit, dan is hij gedwongen tot 23-29, wit 48-42, want loopt hij naar 43-39-34, dan gaat het niet goed komen.
Zwart 18-23, 27-22 12-18, 22x11 6x17, 31-27 17-22, 28x17 21x12.
Beurt overslaan mag niet, bovendien willen we 14-20 verhinderen, dus:
33-28 12-17.
Niet ondenkbaar dat een speler van deze kracht de verliezende damzet neemt, maar laten we het houden op 40-34 29x40, wit zal achteruit moeten: 35x44. Daarmee komt de damcombinatie wel in zicht, dus zwart 8-12. 44-39 17-21, 38-33 23-29, 42-38.
Ik denk dat 29-34 nu moet (A), 39x30 24x35, 33-29 12-17, 38-33 17-22, 28x17 21x12, 33-28 en nu zitten we met de gebakken peren. 26-31 helpt niet meer. Dan maar 12-17. Op 28-22 17x28, 32x12 kan nog 13-18, 12x23 19x28, 36-31 14-19, 37-32 28x17, 31x42 en het is afgelopen.
(A1). Of misschien toch maar 12-17, 28-23 19x28, 33x11 16x7, 27x16 14-19,
45-40 18-22, 36-31 19-23, 39-33 13-18, 32-27 en het is uit omdat op 23-28 40-34 volgt.
Conclusie: die combinatie was zo slecht nog niet.