En weer werkte het: Peter haalde een vroege dam en wist de partij keurig te winnen. Als Richard dan ook weer wint, hebben we nog maar één puntje nodig. Dat werden er 2.
1. Frans Elzenga – Richard Bos 0 – 2
1. 34-29 17-22; 2. 40-34 11-17; 3. 45-40 6-11; 4. 32-28 19-23; 5. 28x19 14x23; 6. 35-30 10-14; 7. 40-35 14-19; 8. 30-24 19x30; 9. 34x14 9x20;
Altijd weer zonde. 38-32 is goed speelbaar,
10. 37-32 23x34; 11. 39x30 5-10;
Altijd gedacht dat die verkeerd was.
12. 30-25 10-14; 13. 41-37 4-9; 14. 32-27 1-6; 15. 37-32 17-21; 16. 31-26 22x31; 17. 26x37 13-19; 18. 44-39 8-13; 19. 47-41 11-17; 20. 32-28 18-22; 21. 50-45 2-8; 22. 49-44 20-24; 23. 44-40 12-18; 24. 39-34 8-12;
Lang niet alle zetten zou ik zo maar klakkeloos durven spelen, maar het past allemaal precies in elkaar.
25. 33-29 24x33; 26. 28x39 6-11;
Ik weet niet of die ruil nodig was, maar plotseling staat zwart er veel beter voor dan wit. Ik tel even snel zeven tempo’s voordeel.
27. 34-30 22-28; 28. 39-33 28x39; 29. 43x34 17-22; 30. 34-29 21-27; 31. 38-33 11-17; 32. 42-38 19-23; 33. 37-32 23x34; 34. 40x29 13-19; 35. 32x21 16x27;
De partijdige aanschouwer begint bijna zijn geduld te verliezen. Alle mogelijkheden voor een slagzetje worden netjes ontweken met als enige voordelig gevolg voor zwart dat hij toch wel lekker komt te staan.
36. 41-37 18-23; 37. 29x18 12x23;
Wit zou nu kunnen kiezen voor een ultieme verdediging door 48-42 en als zwart er tussen kruipt straks 45-40 en 30-24. Zo laf was hij niet, maar hij zet zijn tegenstander nog even lekker aan het rekenen.
38. 37-32 17-21; 39. 30-24 19x30; 40. 25x34 9-13; 41. 46-41 13-19;
Dit is toch nog even smullen.
Te overwegen valt voor wit nog 34-29 en 32-28, maar dan loopt zwart via 40 door naar dam. Dus zou hij ook nog eerst 35-30 moeten offeren. Ik vrees echter dat hij dan verloren staat.
Speelt wit 41-37, dan kevert 23-28 meteen schijfwinst op én een gewonnen stand.
Hij besluit – vermoedelijk min of meer ten einde raad – tot de allerslechtste:
42. 35-30 22-28; 43. 33x32 23-29; 44. 34x23 19x46 en wit geeft het op.
2. Hans van der Veen – Peter Schipper 1 – 1
1. 33-28 18-22; 2. 38-33 12-18; 3. 43-38 7-12; 4. 49-43 1-7; 5. 31-26 19-23; 6. 28x19 14x23; 7. 37-31 22-27; 8. 31x22 17x37; 9. 41x32 10-14;
Op dit soort ruiltjes heeft wit nog niks tegen. Zwart verzwakt er zijn korte vleugel mee.
10. 47-41 14-19; 11. 41-37 5-10; 12. 46-41 10-14; 13. 33-28 20-24; 14. 39-33 11-17; 15. 44-39 7-11; 16. 37-31 14-20; 17. 41-37 2-7; 18. 34-29 23x34; 19. 40x29 9-14;
Maar nu. In mijn goede doen zou ik 45-40 hebben gespeeld, maar ik was niet erg helder, dus koos voor vereenvoudiging.
20. 29-23 18x29; 21. 28-22 17x28; 22. 32x34 12-18; 23. 50-44 7-12; 24. 34-29 12-17; 25. 37-32 4-9; 26. 32-27 18-23;
En nu is het zwart die voor vereenvoudiging kiest. Dat geeft moed.
27. 29x18 13x22; 28. 27x18 17-21;
Een zee van ruimte en nu gaat het er maar om wie het best weet op te bouwen. Ik had daar wel wat vertrouwen in.
29. 26x17 11x13; 30. 33-28 13-18; 31. 31-26 9-13; 32. 42-37 8-12; 33. 37-31 20-25; 34. 48-42 14-20; 35. 42-37 3-8; 36. 37-32 24-29;
Op 44-40 kan nu 29-34, 40x29 19-23 en door naar 42 te slaan geen naslag voor wit! Speelt wit 31-27 dan beperkt het hier de afruilmogelijkheden, dus:
37. 26-21 16x27; 38. 31x22 18x27; 39. 32x21
en remise overeengekomen.
“Te vroeg!” zou Nico zeggen. Klopt, maar we stonden met 2-0 voor, Jan stond op het punt remise te maken en Richard had een prima positie. Het gaat tenslotte om het clubresultaat. Maar zwart had nog maar ruim twee minuten voor de volgende 12 zetten en je weet nooit wat er dan gebeurt.
De stand:”
Het best denkbare spel (lijkt me) 19-24. Meteen een dreiging, 39-33 zal met later behoorlijk bezuren, dus wit 38-32.
Op 29-33 (A) nu 28-23. Gaat zwart er dan tussen: plakken en naar dam. Speelt hij 13-18 dan biedt dat misschien kansen op de korte vleugel. Speelt hij 24-30 dan gaat dat ten kosten van zijn aanval.
Daarom geen 29-23 bij (A), maar 13-18. Tussenlopen kan natuurlijk niet, dus 21-16, zwart 8-13, 32-27 13-19, 27-21 18-23, probleem, 36-31 23x32, 21-17 12x21, 16x38, terug naar AF. Maar dan .....
19-23, 39-33 29-34, 35-30 24x35, 29x40 verplicht 6-11, 43-39 23-29,
38-32 11-17, 31-26 17-22. Dit is wat, hoor! Ja, leuk om te analyseren, maar echt niet leuk om achter het bord te zitten.
Na 26-21 komt 22-27 met allebei een dam en remise. Na 32-27 moet wit hel veel terrein prijsgeven en kan zwart een aanvalsblokje opzetten, maar ook dat loopt precies remise.
Even terug naar twee jaar geleden: 23 oktober 2017, Hans van der Veen – Peter Schipper. de stand is na de 45ste zet van zwart.
De laatste zetten waren al niet optimaal geweest. Gespeeld werd toen: 24-20 13-19, 20x9 3x14. Er moesten nog twee zetten worden gedaan en zwart had nog een paar seconden. Dat realiseerde wit zich even niet en hij gaf de partij op. Ik denk achteraf dat het misschien net te houden was geweest. Dat is er weer eentje voor de kerstdagen!
3. Rob van de Klashorst – Jan Bakker 1 – 1
1. 32-27 18-23; 2. 34-29 23x34; 3. 39x30 20-25; 4. 44-39 25x34; 5. 39x30 17-21; 6. 30-25 21x32; 7. 38x27 19-23; 8. 42-38 12-18; 9. 33-29 23x34; 10. 40x29 7-12;
Ik weet niet goed wat ik van het witte spel moet denken. Zouden daar straks geen gaten vallen? Hij speculeert misschien op 1-7 en 18-22, maar zwart laat zich niet gek maken.
11. 50-44 1-7; 12. 44-39 14-20; 13. 25x14 10x19; 14. 39-34 4-10; 15. 43-39 18-23; 16. 29x18 12x23; 17. 34-30 10-14; 18. 30-25 14-20;19. 25x14 19x10;
Dat is jammer. Tempoverlies, terwijl er hier juist zo veel ruimte ligt aan die kant.
20. 49-44 10-14; 21. 44-40 14-19; 22. 39-34 7-12; 23. 34-30 12-17;
Naar 18 lijkt me sterker. De bedoeling is straks 17-21, maar daar heb je weinig aan.
24. 30-25 17-21; 25. 48-43 21x32; 26. 37x28 23x32; 27. 38x27.
Kijk eens wat een zee aan ruimte:
U moet daar zelf maar eens mee aan het puzzelen
27. - - 2-7; 28. 41-37 5-10; 29. 31-26 10-14; 30. 37-31 19-23; 31. 43-39 14-19; 32. 39-34
Het hele centrum ligt intussen open.
32. - - - 15-20; 33. 25x14 19x10;
Had toch wel naar voren gekund?
34. 47-42 7-12; 35. 42-38 11-17; 36. 27-22 17x28; 16x27;
Als wit even iets had willen klaarmaken, dan had hij maar beter 27-21 kunnen ruilen. Aan de andere kant is nu ook de zwarte aanval lam geslagen.
38. 31x33 6-11; 39. 46-41 12-17; 40. 38-32 11-16; 41. 34-29 23x34; 42. 40x29 13-18; 43. 41-37 8-13; 44. 45-40 9-14; 45. 32-28 13-19;
Ik gooi er toch nog een diagrammetje tegenaan.
Wit kan nu de remise pakken met 28-22, 40-34 en 35x22.
OP het gespeelde 40-34 kan zwart 19-23x23, 37-32 17-22, 36-31 3-8, en nu komt het er behoorlijk op aan:
A: 32-27 8-12, 29-24 ? 16-21, 27x16 23-29, 34x23 18x38, 16-11 loopt remise.
B: 32-27 8-12, 35-30 12-17, 31-26
Ach, dit wordt gewoon remise.
46. 40-34 17-21; 47. 36-31 19-23; 48. 28x19 14x23; 49. 37-32 21-26; 50. 31-27 18-22; 51. 29x18 22x31;
Tja, en dan lopen ze allebei naar dam, dus kan er remise worden besloten, maar Jan trof er weer een die dat niet wilde, terwijl hij de hele partij niet anders heeft gedaan dan op remise spelen.
52. 18-12 31-36; 53. 12-7 36-41; 54. 7-1
En even kan wit geen dam halen, maar zo gek is hij ook niet.
54. - - - 26-31; 55. 1-6 31-36; 56. 6-1 16-21; 57. 33-28 41-47; Remise.
Een keurige punt!
4. Peter Bergen – Sjoerd van Hettema 2 – 0
1. 32-28 19-23; 2. 28x19 14x23; 3. 37-32 10-14; 4. 41-37 14-19; 5. 33-28 17-22; 6. 28x17 11x22; 7. 39-33 5-10; 8. 44-39 10-14;9. 50-44 7-11; 10. 46-41 1-7; 11. 34-30 20-25; 12. 31-27 22x31; 13. 36x27 25x34; 14. 39x30 12-17;
Dat is een weggevertje! Niks zeggen en serieus doorspelen. Hij kost niks, dus het is altijd een schijf winst.
15. 33-29 23x25; 16. 27-22 17x28; 17. 32x1 19-24; 18. 44-39 14-19; 19. 1-34 16-21; 20. 37-31 24-30; 21. 35x24 19x30; 22. 34-23 11-17;
Kijk eens hoe lekker die dam daar staat!
Jawel, dat ding op 23 is een dam!
23. 31-26 30-35; 24. 39-34 35x44; 25. 49x40 21-27;
Het zijn niet de sterkste zetten die zwart doet, maar zijn piramide staat dan ook helemaal vast!
26. 41-36 6-11; 27. 42-37 15-20; 28. 34-30 25x34; 29. 40x29 11-16; 30. 47-42 17-22;
Dreigen? Nee, dat wordt meteen ongedaan gemaakt.
31. 37-31 13-19; 32. 23x25 9-14; 33. 25x9 3x14; 34. 26-21
en zwart zal wel in dat het uit en over was.
De stand: