1910 apr nr 1 HD 2e jaargang

ENKHUIZEN.
De Enkhuizer Damclub hield Dinsdag 8 Maart haar vierde jaarvergadering. Op uitnemende wijze beschreef de secretaris, de heer A. Korf Czn., in zijn jaarverslag al wat in 't afgeloopen jaar was gepasseerd, voorzoover het de club aanbelangt. Dit breed uitgewerkte overzicht gaf wel den indruk, dat er in de club een krachtig, opgewekt leven heerscht. De speelavonden werden elke week druk bezocht en vooral voor den onderlingen wedstrijd was groote ambitie.

Omtrent dezen wedstrijd zij vermeld, dat er in 3 klassen werd gespeeld. De hoofdklasse telde 8, klasse A 6 en klasse B 14 deelnemers. In de hoofdklasse en in klasse A werden 2 ronden gespeeld, in klasse B 1 ronde. Voor elke klasse werden 3 prijzen uitgeloofd. De namen der prijswinnaars waren: Hoofdklasse: P. Kort, 20 p., Th. Lub, 18 p., J. Broer, 16 p.; Klasse A : L. v. d. Spruijt, 17 p., A. Zwaan Jr., 16 p., J. Sanstra, 13 p.; Klasse B: A. Fasol, 20 p., K. Smit, 18 p., C. Zwan, 16 punten. Aan het einde van het vereenigingsjaar kwam een uitnoodiging van de Hoornsche Damclub voor een match tusschen de beide clubs, die gaarne werd aangenomen.
Op Dinsdag 1 Maart had de eerste ontmoeting plaats te Enkhuizen, op Donderdag 10 Maart de tweede te Hoorn. Beide keeren werden 2 partijen gespeeld. Bij de eerste ontmoeting kwam Hoorn met 7 leden uit en was de uitslag als volgt:
1e tour : Hoorn 1, Enkhuizen 13
2e tour : Hoorn 3, Enkhuizen 11
Totaal 4    24
Bij de tweede ontmoeting stelde Hoorn 18 spelers tegenover de van Enkhuizen gekomen leden. De hoofdklasse-spelers van de Enkhuizer Damclub vonden nu in Hoorn zeer sterke tegenstanders. De heeres P. Kort, Th. Lub en G. Spijker van Enkhuizen behaalden in de 2 partijen slechts 3 punten tegenover de heeres D. Eecen, W. Nobel en K. Koster met 9 punten.
De totale uitslag was voor Enkhuizen evenwel weder zeer gunstig, n.l:
1e tour : Hoorn 9, Enkhuizen 27
2e tour : Hoorn 14, Enkhuizen 22
Totaal 23   49
Het resultaat van beide ontmoetingen is dus geweest: Hoorn 27, Enkhuizen 73.
Verwacht mag worden, dat deze uitslag er toe zal leiden, dat men zich aan beide zijden nog meer zal toeleggen op ernstige beoefening van het damspel. De Secretaris eindigde zijn jaarverslag met den wensch, dat bij de viering van het eerste lustrum der Enkhuizer Damclub er alle reden moge zijn, om met voldoening op het vijfde levensjaar terug te zien. Wij deelen dien wensch volkomen ! En de steeds klimmende ambitie onder de leden doet ons het beste hopen voor de verwezenlijking er van !