ENKHUIZEN-HOORN. Op Zondag 2 Februari had te Enkhuizen een clubwedstrijd plaats van 16 spelers uit de damvereenigingen Enkhuizen en Hoorn. Eerstgenoemde won met 35 tegen 29 punten (ieder speelde met zijn tegenstander 2 partijen).
Enkhuizen: G. Spijker 1, P. Kort 4, Figaro 1, D. de Vries 2, C. v. Kleef 2, T. Lub 2, K. Mantel 2, J. de Jong 4, J. Broer 3, J. Kooy 3, B. K. Asma 0, N. Groot 2, P. Visser 2, M. K. Smit 2, De Wit 2, A. Hoogkarspel 3. Totaal 35.
Hoorn: J. Geusebroek 3, K. de Vos 0, D. Eeken 3, W. Mooy 2, W. A. Ydo 2, J. Wagenaar 2, A. Fasol 2, P. Velseboer 0, Th. Driemen l, W. Tensen 1, J. Speets 4, C. Over 2, T. v. d. Roll 2, P. Verëli 2, H. Weidema 2, R. Over 1. Totaal 29.
ENKHUIZEN-BEEMSTER.
Voor de tweede maal heeft de Enkhuizer Damclub in een tournooi zich gemeten met de Beemster Damclub „Aris de Heer", bij welke gelegenheid de Beemster dammers wederom getoond hebben verre de meerderen te zijn. Kon de Enkhuizer damclub 't bij de eerste ontmoeting niet verder brengen dan 11 punten op een totaal van 44, thans was het 14 op een totaal van 52. De verhouding is dus vrijwel gelijk gebleven. Deze uitslag wijst er op, dat de beide clubs in ontwikkeling vrijwel gelijken tred houden. 't Zal voor de Enkhuizers moeite kosten, de gelijken van hun Beemster dambroeders te worden. Dit zou mogelijk zijn, als we konden aannemen, dat de Beemstenaren de uiterste grens van kennis en vaardigheid op damgebied hadden bereikt. Maar dit is niet denkbaar: de ervaring leert genoegzaam, dat het terrein, waarop de dammers zich bewegen, vrijwel onbegrensd is en zich voor hen steeds nieuwe gezichtspunten vertoonen, waardoor het spel in schoonheid en beteekenis wint.
Dit staat vast: de Beemster club is een keurkorps onder de Noordhollandsche dammers. Zij omvat een kring van spelers, wien de liefde voor het damspel als 't ware in 't bloed zit, die een overgeërfd talent voor dit spel, aanpassend bij den Westfrieschen landaard, aan den dag leggen. Curieus was 't zeker, dat van de 13 Beemster dammers, die tegen de Enkhuizers uitkwamen, niet minder dan 5 Noome's waren, benevens 5 uit de familie De Heer in haar vele vertakkingen, voor 't meerendeel spelers, die zich in 't dammen een vermaardheid hebben verworven en onder wie de heeren Jan en Jb. Noome Mzn. thans een zeer hooge plaats innemen.
Zij wijden voortdurend veel aandacht aan het spel. Wel is 't clubleven bij de Beemster dammers niet zoo geanimeerd als bij de Enkhuizers –ze wonen daarvoor te veel verspreid– maar in meer intiemen kring beoefenen zij het spel met den meesten ernst.
Hun speeltrant vervulde de Enkhuizers met bewondering. Wat dezen gedreven had, de uitnoodiging van Beemster tot een kampstrijd aan te nemen, was niet de illusie, dat ze na een jaar oefening tegen de Noome's eer de De Heer's opgewassen zouden blijken, doch enkel 't besef, dat ze van hun spel zouden kunnen profiteeren, zich zoo mogelijk hun speeltrant eigen maken, wat zeker niet uitgesloten zou zijn bij meer herhaalde aanraking. Want opmerkelijk is 't wel, dat in de twee ontmoetingen de Enkhuizers hun meeste punten telkens behaalden in de tweede ronde, en dus blijk gaven van de ervaringen in een eerste partij met deze geduchte tegenstanders profijt te hebben getrokken.
Van de Enkhuizer dammers was de heer C. van Kleeff de eenige, die beide partijen won (tegen J. Noome Jr.). In de eerste ronde won verder enkel de heer Th. Lub tegen E. de Heer Az. De tweede ronde gaf 5 partijen winst voor de Enkhuizers, n.l. van P. Kort tegen .A. de Heer Kz., K. Mantel tegen J. de Heer Az., J. de Jong tegen S. de Heer Kz. en C. de Wit tegen P. Kohne. Voor de heeren G. Spijker en D. de Vries, beiden zeer geoefende dammers, waren de heeren Jacob Noome Mz. en Jan Noome Mz. als tegenstanders uitgekomen en tegen dezen bleken zij, hoe ze zich ook verweerden, niet opgewassen.
Een bijzonderheid van dezen kamp was wel, dat er geen enkele van de 26 partijen remise is geworden. 't Was, of men 't slechts op winnen of verliezen toegelegd had.
De partij, die door den heer K. Mantel gewonnen werd, was in 20 zetten beslist.
Mooi was de wijze, waarop de heer J. de Jong zijn winstpartij besliste. We geven hier den stand, waarin hij met wit zich de winst verzekerde.
S t a n d : Zwart 8, 12, 13, 14, 16 tot 19, 23, 24 en 28;
Wit 25, 26, 30, 32, 35 tot 38, 42, 45 en 48.
In dezen stand speelt zwart, geen gevaar ziende 18-22, waarop wit antwoordt met 38-33 en 48-43, aldus zwart naar dam drijvende. Daarna schuift wit 42-38, zwart 48 : 31 en wit doet nu den vernietigenden rondslag, neemt de zwarte dam en 6 schijven en is vlak bij dam. Zwart geeft natuurlijk op!
We moeten 't voor ditmaal bij deze aanteekeningen en mededeelingen laten.
Nog dit: de Enkhuizers mogen in dezen kamp zijn geslagen –verslagen gevoelen ze zich in 't geheel niet en ze zien nu reeds reikhalzend uit naar 't oogenblik, dat de Beemster club hier komt voor 'n return-match, wat door haar in uitzicht is gesteld.
(Enkhuizer Courant.)