vrijdag 14 januari | ||||||
peter noé | - | nico leemberg | 1 | - | 1 | (onderlinge 2010) |
rob holtjer | - | chris de jonge | 1 | - | 1 | (onderlinge 2011) |
hans van der veen | - | richard bos | 1 | - | 1 | (onderlinge 2011) |
Hans van der Veen – Richard Bos
Drie mooie partijen en drie remises, dus iedereen tevreden naar huis. De opening tussen Richard en mij was grappig:
1. 31-26 16-21 2. 33-28 11-16 3. 39-33 18-22 4. 44-39 7-11 5. 50-44 1-07 6. 34-30
Zou schijf 46 zijn opgespeeld in plaats van schijf 50, dan stond het er voor wit belabberd voor, maar ik heb leergeld betaald. Toch ben ik lang niet tevreden over mijn lange vleugel, die moet worden opgelost. Richard wil me blijkbaar niet op 25 hebben, speelt daarom (20-25) en met 32-27 kan ik de boel wat oplossen.
Het diagram, is na de 23ste zet van wit.
Zwart kan 7-12, maar moet dan wel na 16x7 achteruit slaan, omdat op 2x11 volgt 26-21, 28-22, 32x21, 33-29 en 38x16. En achteruit slaan, daar houdt Richard niet van, dus dat zal hij niet doen.
Ook 18-22 kan niet, vanwege 26-21, 28x17, 33-29, 38x27.
Het voordeel van dit soort grappen is dat Richard gaat nadenken. Dat kost hem tijd en dat kan later soms een voordeel zijn! Hij speelde:
23…8-12 24. 34-30 2-8 25.49-44 18-22 26.30-25 13-18 en nu wordt het voor mij kritiek.
Hoe voorkom je de dreiging 22-27, 23x32, 14-20 ?
Ik besloot tot 27.33-29. Richard zag geen heil in 23x34 40x20 22x33 38x29 15x33 43-38 19-23 38x29 23x34 48-43 enz., Dus koos voor 27...24x33
Leuk werd het rond de 40ste zet (diagram 2):
40.33-28 3-9 41.37-31 18-23 42.31x22 23x34 43.39x30 25x34 44.38-33 en bijna tuinde zwart erin, maar gelukkig net op tijd zag hij dat (19-24) verboden is.
44…12-18 45.43-39 34x43 46.48x39 18x27 47.28-23 19x28 48.33x31 14-19 49.42-38 19-23 50.35-30 23-28 51.30-24 9-14 52.31-27 17-21 en remise op voorstel van wit. Richard nam dat graag aan, want hij had nog 14 seconden op de klok!
Ik heb er nog wat op zitten puzzelen, maar ik geloof inderdaad dat er niet meer dan remise in zit. Het wordt hoogstens een 4 om 1 eindspel, waarbij ik dan toch nog een schijf verlies. Bij mijn laatste zet had ik al een vraagteken gezet. Ik overwoog 31-26 te spelen, maar dat had niet veel meer uitgehaald.
Peter Noé – Nico Leemberg
De stand is na de 41ste zet van zwart. In de auto merkte Rob nog op dat het dambord ontelbaar verschillende mogelijkheden biedt, maar dit is toch een stand die menigeen bekend zal voorkomen.
42.40-34 6-11 43.34-30 11-17 44.39-34 17-21 45.34-29 23x34 46.30x39 18-23 47.39-34, toch de beste nog.
Nu lijkt me 13-18 winnend. Op 34-30 komt 12-17 en wit kan opgeven; op 28-22 volgt 23-28 en altijd een schijf winst voor zwart.
Nico nam de slagzet:
47…24-30 48.35x24 19x39 49.28x17 39x28, anders staat hij er twee achter; 50.32x23 21x41 51.17-12 41-47 en een mooie remise: 52.25-20
In een oud clubblad kwam ik nog wat aardigheidjes tegen.
Eerst Ad Vlam, Open NK 1987.
Ad wint door 34-30, 44-40, 30-24, 38-32, 26-21, 43-38, 37x10 en 25x1 Daar kun je alleen maar van dromen.
1973, Volendammer Bottertoernooi.
Wit speelde 39-33 en zag niet dat hij kon winnen.
Hij speelde (10-14), wit 42-38 en opnieuw zag zwart niet dat hij kon winnen.
Aan de lezer om het op te lossen
En nog eentje van Cor toen hij nog een broekie was, begin 60’er jaren speelt Westerveld Jr tegen Gerrit Roskam van Assendelft en wint na (13-19), maar hoe dat gaat, ziet iedereen natuurlijk zo
De internetsite http://laatste.info/bb3/viewtopic.php?f=57&t=293 toont de 10 mooiste problemen die er ooit gemaakt zouden zijn.
Deze vond ik wel heel aardig, verrassend.
38-33, 50-44, 44-39, 42-38 en verder maar even zelf uitzoeken.