2011 nieuwsbrief 9
vrijdag 21 januari | |||||
edc | - | dc zaanstreek 2 | 5 | - | 3 |
richard bos | - | boudewijn van der veen | 2 | - | 0 |
nico leemberg | - | cees staal | 2 | - | 0 |
hans van der veen | - | dick vermeulen | 1 | - | 1 |
rob holtjer | - | schelte betten | 0 | - | 2 |
O.k., SNA 1 is een topploeg, maar we hebben in een grijs verleden toch wel meer tegen sterke teams gespeeld in de bekerwedstrijden: IJmuiden, Lunteren.Maar nooit werd het zo erg. Ik geloof niet dat we in de 15 jaar van ons bestaan zo verschrikkelijk op onze donder hebben gehad! Op 2 oktober 209 speelden we thuis gelijk, op 10 december zelfde jaar verloren we uit met 7–1. Maar toen speelde SNA met Koopmanschap-Tesselaar-Verhagen-Groeneweg. Dit viertal was wel even sterker! Misschien was die 8–0 toch nog een beetje geflatteerd, d.w.z.met een tikkeltje geluk of 5 minuten extra? was het 7–1 geweest. Maar laten we bovenaan beginnen.
Richard Mooser–Richard Bos
1.34-29 17-22 2.40-34 11-17 3.45-40 6-11 4.31-26 1-6 5.50-45 16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14
Meteen al is duidelijk dat de heren er zin in hebben.
9.30-24 23-28 10.40-35 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20 14-19 13.20-15 9-14 14.44-40 5-10 15.34-29 3-9 16.40-34 11-16
Ik geef toe: smaken verschillen, maar ik vind dit prachtig!
17.37-31 7-11 18.41-37 21-27 19.47-41 19-23 20.29-24
Als beide partijen zo zuinig zijn, moet het op een zeker moment klappen worden, tenzij toch nog een van de twee kans ziet om te vereenvoudigen. 13-19 verliest een schijf: x x 37-32 x x x 34-29 x x x 33-28 x x. Zwart speelt:
20.…..14-20
Nu lijkt me 24-19 een aardige mogelijkheid, omdat 13x24 niet mag, maar wit ruilt:
21.26-21 20x40 22.21x32 17-21 23.45x34 21-27 24.32x21 16x27
25.31-26 10-14 26.37-31 12-17 27.42-37 8-12 28.33-29 Maar nu?
Zie diagram, deze keer met zwart onder omdat we toch vooral met hem meespelen. Goede raad is duur. Op 13-19 komt 37-32 en wit wint een schijf, dus lijkt 28...11-16 verplicht en dat deed Richard ook. Er volgde 29.39-33 en Richard wachtte de slag maar niet meer af en gaf op. Er was gevolgd:
28x30 35x24 23x34 26-21 17x26 43-39 34x32 37x10 en het is helemaal uit en afgelopen. Goed geprobeerd van onze Richard, maar jammer dat hij hier in tuinde.
De fout ligt blijkbaar op de 26ste zet. Speelt zwart daar 11-17 42-37 6-11 , dan heeft 37-32 geen zin vanwege 22-28. Een partij die nog heel lang zou kunnen duren, maar waarin zwart toch echt nog niet kansloos is.
Nico Leemberg–Ivo de Jong
1.34-29 19-23 2.39-34 14-19 3.44-39 17-21 4.31-26 21-27 5.32x21 16x27 6.37-31 18-22 7.29x18 12x23 8.34-30 22-28 9.31x22 28x17
Meteen al een heel andere partij dan op bord 1 en dat ligt toch echt niet aan Nico.
10.41-37 7-12 11.37-32 12-18 12.46-41 1-7 13.42-37 7-12 14.50-44 10-14 15.30-25 20-24 16.40-34 14-20 17.25x14 9x20 18.34-29 23x34 19.39x30 20-25 20.44-40 25x34 21.40x20 15x24
Zou het dan Ivo’s opzet zijn om straks op de korte vleugel door te breken? In dat geval komt wits volgende zet hem wellicht van pas.
22.45-40 5-10 23.40-34 4-9 24.47-42 2-7 25.34-30 18-23 26.36-31 12-18 27.31-27 7-12 28.41-36 10-14 29.33-28 14-20 30.43-39 17-22 31.28x17 11x31 32.36x27 12-17 33.30-25 6-11 34.25x14 9x20 35.27-21 20-25 36.21x12 8x17
Zie diagram.
Het is allemaal nog aardig in evenwicht, maar die zwarte schijven op 24 en 25 bevallen me niet. Het is nog niet zo makkelijk om dat op te vangen. Misschien 48-42, maar goede raad is duur.
37.32-27 24-30 38.35x24 19x30 39.27-21 30-35 40.21x12 18x7 41.49-44 23-29 en wit geeft op.
Op de 39ste zet 37-32 30-35 49-44 23-29 en nu 27-21 had misschien ! nog redding kunnen brengen:
18-23 21x12 29-34 39x30 25x34 32-28 23x43 48x30 35x24 26-21 bij voorbeeld?
Mike Koopmanschap–Hans van der Veen
1.32-28 20-25 2.31-27 19-23 3.28x19 14x23 4.37-32 10-14 5.41-37 5-10 6.33-28 17-22 7.28x17 11x31 8.36x27 14-19 9.39-33 10-14 10.44-39 12-17 11.46-41 7-11 12.41-37 2-7 13.33-28 7-12 14.38-33 14-20 15.43-38 17-21 16.49-43 21-26 17.37-31 26x37 18.42x31 12-17 19.47-42 17-22 20.28x17 11x22 21.34-30 25x34 22.40x29 23x34 23.39x30 1-7 24.50-44 19-23 25.44-39 9-14 26.30-25 4-9 27.33-29!
Een zet die me onaangenaam verraste, vooral omdat 13-19 nu verboden is.
27...23x23 28.39x30 8-12 29.45-40 6-11 30.43-39 13-19; 31.38-33 19-23 32.42-38 11-17 33.48-43
Zie diagram.
Het wordt lastiger, maar het echte gevaar onderschatte ik. Ik overwoog 23-28 en bij een normaal speeltempo had ik dat waarschijnlijk ook wel gespeeld. Ook 23-29 komt in aanmerking. Toch besloot ik tot 33...3-8 34.31-26 22x31 35.36x27
Vervolgens is 9-13 de aangewezen zet, maar ik koos voor het vreselijk domme 35...17-22 en na 36.26-21 gaf ik het in navolging van Richard maar op.
De beste kans op een punt was er voor Rob. Ik pikte de stand op in de finale, met zwart Guido aan zet en wit nog slechts wat luttele seconden op de klok. Maak er dan nog maar wat van!
9-14 30-25
Ik denk dat ik voor 24 gekozen had. Mocht zwart willen ruilen, dan verliest hij nog meer terrein en is het zeker remise.
14-19 26-21 19-24 39-34 6-11 16x7 12x1 34-30 24x35 25-20 23-28 20-14 28x39 14-9 ? 39-44 9-4 18-23 4x36 9-50
En vervolgens probeert zwart drie dammen te halen en tegelijkertijd de witte schijven achter de tric-traclijn te houden. Of hij daarin zou slagen, kwamen we niet meer aan de weet, want Rob ging door de klok. Zonde, na zo’n goed gespeelde partij!
Nog even terug naar die 14-9. Wij enkele omstanders dachten aan: 38-33 39x28 14-9 35-40 9-4 maar wat worden we hier verrast: 40-45 en 21-17 verliest!!!!!
Conclusie: dit soort partijen afraffelen in 90 minuten is gekkenwerk, al is het nog zo leuk voor het publiek.
Deze avond heeft me wel aan het denken gezet en het lijkt me daarom tijd om met een spelreglementswijzigingsvoorstel te komen of: voorstel tot wijziging van het reglementen betreffende de regels van het spel :
Pas na de 50ste zet mag een schijfwinst behaald worden.
Een winstpartij levert 2 punten op.
Kan men voor de 50ste zet aantonen dat men door een slagzet een schijf of meer kan winnen, dan levert dat een punt op.Zulks tot een maximum van 3 punten per partij.
De slagzet moet wel worden aangetoond, maar mag niet worden uitgevoerd.
Deze telling zal ertoe leiden dat De partijen veel aantrekkelijker worden en het verschil tussen sterke en zwakke spelers beter beklemtoond wordt.
Door met dit systeem te experimenteren, moet worden vastgesteld of het aantal zetten eventueel verlaagd moet worden naar 45 of 40 en of het maximaal te halen punten niet beter op 4 of 6 gesteld kan worden.
Een voorbeeld:
1.33-28 18-22 2.39-33
Zwart toont aan dat hij een schijf kan winnen en komt met 1-0 voor.
2...12-18 3.44-39 7-12
Na 21 van wit is dit de stand
en zwart kan door 25-30 een winstgevende combinatie uitvoeren. De stand wordt 2-0 voor zwart.
Na 47 zetten is de stand zoals op het onderste diagram, met wit aan zet:
43-39 2-8 32-28 23x34 33-28
Het wordt uiteindelijk remise,
Dus 1–1, maar omdat zwart tussentijds al 2 punten heeft gescoord, wordt het 3–1 voor zwart.