Richard Bos – Stijn Overeem 1-1 (3)
Remmert Sijm – Kees Thijssen 0-2 (4)
Cor Westerveld – Herman van Westerloo 1-1 (2)
Jan Bakker – Roep Bhawanibhiek 0-2 (1)
Tja, weer een dikke nederlaag, maar net als vorig jaar had het net zo goed mee kunnen vallen. Jan zag een winstcombinatie over het hoofd en Richard kon zijn schijfwinst niet omzetten in winst. Cor had weer met een taaie tegenstander te maken, die overigens een paar weken eerder bijna Plusminus 55 Toernooi Lent had gewonnen. En vorig jaar nog Richard versloeg. En Remmert hield het drie en een half uur vol tegen een oud kampioen van Nederland. Conclusie: een nederlaag, maar een geweldige damavond.
1 Richard Bos (1255) – Stijn van Overeem (1310)
1. 34-29 19-23; 2. 40-34 14-19; 3. 45-40 17-21; 4. 50-45 11-17; 5. 31-26 6-11; 6. 36-31 1-6; 7. 41-36
Ik moet al snel naar de pen grijpen, want wat levert 31-26 op? Tenzij hij zijn tegenstander vreest, zal zwart op een vastloper aansturen met 19-24, 41-36 13-19, 36-31 8-13, 46-41 2-8, 41-36 10-14, 47-41 5-10, 27-22 gedwongen en nu ligt het er maar aan hoe er wordt geslagen, 17x28, 33x22 24x33, 39x28 (want op 26x17 komt 18x27 en een zwarte dam) 18x27, 31x22 12-18 en zwart wint een schijf. Richard is doorkneed in dit soort situaties en zal dus niet hebben hoeven nadenken.
7. - - 10-14; 8. 46-41 5-10; 9. 29-24 20x29; 10. 33x24 19x30; 11. 34x25 21-27; 12. 31x22 18x27; 13. 32x21 16x27;
Van zulke toppers zou je toch verwachten dat ze elke vereenvoudiging mijden.
14. 40-34 13-18; 15. 39-33 14-19; 16. 44-39 10-14; 17. 34-30 8-13; 18. 45-40 2-8; 19. 40-34 14-20; 20. 25x14 9x20;
Schijf 27 aanvallen heeft inderdaad weinig zin, al wil mijn computer dat maar al te graag doen: 37-31 17-22, 42-37 4-9, maar dan toch 33-29.
21. 33-29 20-24; 22. 29x20 15x24; 23. 39-33 3-9; 24. 43-39 9-14; 25. 48-43 4-10; 26. 49-44 10-15; 27. 33-28 23x32; 28. 37x28 14-20;
Poe. Daar zal door beide spelers gerekend zijn. Wit gaat in de aanval, maar zwart laat zich niet onbetuigd. 30-25 kan nu natuurlijk niet. Op 28-22 17x28, 38-33 18-22, 30-25 kan 24-29. Toch is 38-33 wel de beste zet.
29. 38-33 18-22; 30. 34-29 13-18; 31. 42-38 20-25
Want op 18-23x32 komt 30-25
32. 29x20 25x14
Teruggetrokken volgens plan, zouden de generaals zeggen
33. 44-40 11-16; 34. 40-34 16-21; 35. 30-24 19x30; 36. 35x24 14-20; 37. 34-29 6-11; 38. 41-37
Prachtig gespeeld door wit. Speelt zwart nu 11-16, dan wordt hij vastgeklemd met 37-32 en zal hij zeker over een paar zetten een schijf moeten offeren. Maar hij heeft nog iets in petto.
38. - - 27-32; 39. 38x16 18-23; 40. 29x27 20x49; 41. 47-42 49x21; 42. 16x27 17-21; 43. 26x6 7-11; 44. 6x17 12x23
En als de rook is opgetrokken blijkt er een mooi eindspel te zijn ontstaan, waar we Vuurboom en Moser voor nodig hebben. Ik was met allebei goed bevriend, maar ze zijn al lang niet meer onder ons.
Wit staan twee dingen te doen. Ten eerste zorgen dat hij zijn vier schijven houdt, ten tweede dat hij zwart dwing om er één te offeren. Ik ben bang dat 15 en 23 al te ver naar voren staan.
45. 39-34 15-20; 46. 42-38,
Ook 34-30 dient te worden onderzaocht!
46. - - 20-24; 47. 38-33 8-13,
Eeen o zo belangrijke zet, want daarmee blokkeert hij een vrije doorloop voor wit
48. 37-32,
Waarschijnlijk biedt 37-31 meer kans op een veilige plek. Zie straks.
48. - - - 23-29; 49. 34x23 24-30; 50. 33-29 30-35; 51. 29-24 35-40; 52. 23-19 13-18;
En hier werd tot remise besloten
Kijk eerst naar het diagram.
Verwacht spel: 19-14 40-44, 14-10 44-49 en schijf 32 is niet meer te redden, dus remise.
Nu terug naar het diagram, maar schijf 32 op 31, zie zet 48: 19-14, 40-44 14-10. 44-50 en nu
A: 24-20 18-23, 10-5 23-29, 5-32 29-34, 20-15 34-40 en wit kan niet meer voorkomen dat zwart een tweede dam haalt, remise.
B: 10-4 18-23 en als schijf 24 niet uit de weg gaat, volgt een ruiltje.
Conclusie: ondanks de schijf voorsprong was remise niet meer te ontgaan.
2
Kees Thijssen (1486) – Remmert Sijm (1056)
Daar zit je dan tegen een vijfvoudig Nederlands kampioen. Probeer er maar wat van te maken. Wel, dat deed Remmert.
1. 33-29 20-25; 2. 32-28 14-20; 3. 29-23 18x29; 4. 34x14 10x19; 5. 37-32 12-18; 6. 41-37 5-10; 7. 39-33 10-14; 8. 44-39 7-12; 9. 40-34 2-7; 10. 45-40 18-23; 11. 31-27 12-18; 12. 37-31 17-22; 13. 26x17 11x22; 14. 31-26 22x31; 15. 36x27 7-12; 16. 42-37 20-24;
Ik dacht aan 12-17, maar duidelijk is dat Remmert zich niet laat wegspelen.
17. 46-41 24-29; 18. 33x24 19x30; 19. 35x24 23-28; 20. 32x23 18x20;
Bewust natuurlijk om de stand zo overzichtelijk mogelijk te houden. Kees werd vorig jaar in Diemen clubkampioen met één remise en de rest gewonnen, terwijl er toch best wel sterke dammers bij de club zitten……
21. 37-32 14-19; 22. 38-33 13-18; 23. 43-38 9-13; 24. 41-37 4-9; 25. 32-28 1-7;
De combinatie is leuk maar verliest twee schijven.
26. 37-32 20-24; 27. 49-43 9-14; 28. 48-42 18-22; 29. 42-37 12-18; 30. 47-41 3-9; 31. 27-21 16x27; 32.32x21 23x32; 33. 37x28,
De opmars van schijf 48 verraste, maar dit was dus de bedoeling. Door deze ruil heeft wit ineens een mooie stand. Maar zwart doet weer precies de goede zet om de boel in evenwicht te houden:
33. - - - 8-12; 34.41-37 18-23; 35. 38-32 13-18; 36. 21-17 12x21; 37. 26x17
Die verraste mij en zal het wellicht Remmer ook hebben gedaan, maar het alternatief is 43-38 en daar zit wit ook niet op te wachten, odat het de angel uit de korte vleugel haalt.
37. - - 18-22; 38. 17-12b 7x18; 39. 28x17
En terwijl je denkt een gelijkwaardige stand te hebben, blijkt je tegenstander zo maar een loei-gevaarlijke voorpost te plaatsen.
39. - - - 9-13;
Zodat 37-31 niet mag.
40. 32-27 24-29; 41. 33x24 19x30;
Meteen 24-30 had ook gekund. Wit kan nog niet meteen 27-22 en 17-12 omdat schijf 6 er nog is. Maar hij ziet kans om zijn tegenstander finaal vast te zetten
42. 37-32 30-35; 43. 50-44 15-20; 44. 39-33 20-24; 45. 44-39 35x44; 46. 39x50 13-19; 47. 43-39 14-20; 48. 27-21 24-30; 49. 32-27 20-24; 50. 21-16 30-35; 51. 16-11 35-40; 52. 34x45 23-29; 53. 11-7 29x38;
Zwart geeft op, althans hier eindigt de notatie van Kees Thijssen.
Toch nog even naar die slotstand kijken.
Als wit dam haalt op 1 is er niet veel anders dan18-22 te offeren en door te lopen, maar dan wordt het een overmachts eindspel.
Prima partij van Remmert.
3 Cor Westerveld (1179) – Herman van Westerloo (1152)
Laten we niet vergeten dat Herman vorig jaar Richard versloeg en dat het maar een haartje scheelde of hij had dit jaar Plusminus 55 Toernooi Lent gewonnen.
1. 33-28 18-22; 2. 38-33 12-18; 3. 43-38 7-12; 4. 49-43 1-7; 5. 31-26 19-23; 6. 28x19 14x23; 7. 33-28 22x33; 8. 39x19 13x24; 9. 36-31 10-14; 10. 41-36 5-10; 11. 46-41 9-13; 12. 44-39 4-9; 13. 38-33 18-23; 14. 42-38 14-19; 15. 34-30 10-14; 16. 47-42 12-18; 17. 32-27 8-12; 18. 30-25 17-22; 19. 37-32 11-17; 20. 27-21 16x27; 21. 32x21 6-11; 22. 21-16 2-8;
23. 31-27 22x31; 24. 36x27 23-28; 25. 33x22 17x28; 26. 27-21 11-17;
In elke partij moet je verdacht zijn op gniepige slagzetjes, maar in deze gaat het er toch vooral om wie de sterkste stand wist op te bouwen. Ik durf er geen uitspraak over te doen.
27. 41-37 17-22; 28. 38-32 19-23; 29. 32-27 22x31; 30. 21-17 12x21; 31. 16x36
Ik denk dat de ruil noodzakelijk is omdat zwart 22-27 dreigt
31. - - 8-12; 32. 43-38 14-19; 33. 25x14 9x20; 34. 38-32 3-9; 35. 40-34 9-14; 36. 26-21 7-11; 37. 21-16 20-25; 38. 16x7 12x1; 39. 42-38 14-20;
Een uitermate mooie stelling die veel rekenwerk vergt.
Het lijkt erop alsof zwart zijn korte vleugel heeft verwaarloosd, maar daardoor heeft hijk aan de andere kant van het bord toch een ijzeren stelling opgebouwd. Maar …. Die hele verdediging is eigenlijk gebaseerd op schijf 13. Als we die daar nu eens weg kunnen krijgen………
Op 36-31 zal zwart 1-7 spelen, 31-27 7-11, anders kan hij 38-33 niet opvangen.
Dan toch 38-33 11-16, 33x22. Nu kan zwart meteen 16-21 spelen, maar dan heeft wit 39-33 en is heel kansrijk. Dus zou hij eerst 24-30 moeten doen, 35x24 20x40, 45x34 16-11, 27x16 18x38, 16-11. Kiest zwart nu voor 38-42, dan laat wit slaan en verhindert met 48 dat hij door kan lopen. Kiest hij voor 38-43, dan volgt 34-29, zwart gedwongen 23x34, enzovoort, mooie winst. Dus dan maar 23-28? 11-6 en nu ertussen met 38-43? 6-1 en weer kan zwart geen dam maken.
Maar op 36-31 hoeft zwart natuurlijk nog niet meteen schijf 1 in stelling te brengen. Het alternatief is 18-22. Wit 32-27 13-18, 38-33 1-6 (anders is er niet), 48-42 6-11, 45-40 11-16, 42-38 en zwart zal moeten offeren: 25-30 (de beste), 34x14 19x10, 40-34 (ik denk dat de doorbraak ook wel kan) 10-14, 35-30 24x35, 50-44 35-40 (gedwongen), 34x45 23-29 (gedwongen), 33x24 en het lijkt me stug als wit dit niet op zijn sloffen gaat winnen.
Maar de partij is nog niet uit.
40. 48-43 28-33; 41. 38x29 24x44; 42. 50x39 20-24; 43. 37-31 1-7; 44. 31-27 en tot remise besloten
Toch nog even de slotstand, daar moet u toch ook nog maar eens mee aan het prieken.
Toch nog even kijken, dit is verslavend: 7-11, 27-21 11-17 (gedwongen), 21x12 18x7, 45-40 (om 24-30x30 te voorkomen) 7-11, 36-31 11-17, 43-38 24-29, 31-26 13-18, 39-33 19-24, 32-27 15-20, 27-21 17-22, we kunnen hem net niet vast zetten: 21-16 22-27, 26-21 (het is kiezen tussen twee kwaden, maar nu kan 27-32 tenminste niet) 27-31, 16-11 31-37, 21-17 37-42 (lijkt het beste), 38x47 29x38, 11-7 38-43. Wit komt één zet te kort voor een leuke afmaker. 17-12 43-49, 7-2 18x7, 2x16. Op 2x11 kan zwart de witte dam nog vangen, maar dan is het ook remise. Nu komt wit weer precies een zet tekort om de zwarte dam te isoleren, maar die zal nu de remise wel pakken met 25-30 en 24-30. Of zou hij nog bloed ruiken en 23-28 spelen? In dat geval maakt wit er remise van met 16-11 en 34-39.
Terecht tot remise besloten dus.
4
Roep Bhawanibhiek (1193) – Jan Bakker (863)
1. 32-27 17-21; 2. 37-32 21-26; 3. 32-28 26x37; 4. 41x32 19-23; 5. 28x19 14x23; 6. 46-41 10-14; 7. 41-37 14-19; 8. 35-30 11-17; 9. 40-35 20-25; 10. 33-29 4-10; 11. 45-40 10-14; 12. 30-24 19x30; 13. 35x24 14-20; 14. 50-45 6-11; 15. 38-33 17-21;
Tot zo ver heeft Jan goed partij gegeven. Wit wordt gedwongen om via het centrum aan te vallen, maar moet daarbij wel steeds zorgen voor rugdekking.
43-38 is niet aan te bevelen vanwege 25-30. Op 33-28 zal zwart aansturen op een twee om twee, maar ook 5-10 en 9-14 spelen. Dus koos hij vrij logisch voor
16. 42-38
De zet ligt een beetje voor de hand, maar zwart kan nu redelijk eenvoudig een schijf winnen met 23-28, wit gedwongen 33x22, dan 11-17 en 18-22, gelijke ruil, maar zwart kan nu een schijf winnen door achterlopen of door een één-om-tweetje. Ik zou voor het eerste kiezen. Er resteert een mooie stand voor zwart.
16. - - - 1-6; 17. 36-31 21-26; 18. 47-41 11-17; 19. 41-36 17-21; 20. 33-28 5-10; 21. 28x19 18-22;
Dat blijkt inderdaad beter te zijn da 9-14, want dan zou wit een schijf hebben gewonnen via 27-22. Wel jammer van de stand.
22. 27x18 12x14; 23. 38-33
Het lijkt een normale opbouwende zet, maar er zit wel degelijk narigheid achter: vragen mag nu niet.
23. - - - 14-19; 24. 29-23 20x27; 25. 23x5 8-12; 26. 31x22 9-14; 27. 5x17 21x12;
Verdraaide jammer voor zwart dat het zo moet lopen: hij weet de dam af te pakken maar blijft over met twee schijven minder. Toch zal hij nog de hoop hebben gekoesterd om op de lange vleugel door te breken.
Misschien had hij op 25 maar 7-12 moeten spelen en daarna 12-18. Wit kan dan vreemdgenoeg maar het beste 37-31, 26x37, 5x46 18x27. Zwart houdt een schijfje méér over, maar zal het onderspit moeten delven.
28. 39-33
Wat jammer nu dat schijf 7 niet op 8 staat…….. Of op 11, nog beter.
28. - - - 7-11; 29. 44-39 2-8; 30. 22-18 12x23; 31. 34-30 25x34; 32. 40x18 3-9; 33. 43-38 15-20; 34. 45-40 11-16; 35. 40-35
En Jan zag in dat verder strijden zinloos was. Jammer, hij had een punt verdiend.