9 februari 2024
1 Richard Bos 1248) – John Stins (1076) 2-0
1. 33-29 17-22; 2. 39-33 11-17; 3. 44-39 6-11; 4. 50-44 1-6; 5. 31-26 16-21; 6. 32-28 19-23; 7. 28x19 14x23; 8. 35-30 10-14; 9. 30-24 5-10; 10. 37-31 20-25; 11. 24-20 15x24; 12. 29x20 14-19; 13. 20-15 10-14; Ik heb al een paar keer mijn wenkbrauwen gefronst en Lidraughts geeft nu ook al -0,3 voor wit. 14. 40-35 22-27; 15. 31x22 17x28; 16. 33x22 18x27; 17. 26x17 12x21; En nu tot -0,4. Zou het programma dan zo weinig verstand van dammen hebben? 18. 34-30 25x34; 19. 39x30 8-12; 20. 45-40 11-17; 21. 40-34 6-11; En nu tot -0,5. 22. 44-39 17-22; 23. 42-37 11-16; 24. 30-25 12-18; 25. 34-30 7-12; 26. 30-24 19x30; 27. 25x34 14-19; En nu tot -0,6. Is daar nu niets tegen te doen? 28. 34-30 9-14; 29. 47-42 2-7; 30. 39-34 7-11; Daar mag u even naar kijken.
Toegegeven: wit heeft zijn verdediging nog aardig op orde. De beste zet lijkt nu 37-31`waarop zwart 21-26 moet spelen, en dan 47-42 enzovoort. Maar zie wat er gebeurt. 31. 34-29 23x25; 32. 35-30 25x34; 33. 43-39 34x32; 34. 31x6
Dat kost twee schijven en de dam die straks op het bord staat, kan geen kant heen. 34. - - - 12-17; 35. 6-1 19-23 Met 19-24 kon zwart de dam afpakken en zou een stand overhouden waarmee best iets was te versieren. Sterker: die winnend zou blijken te zijn. 36. 42-38 3-8; 37. 38-33
41-37 leek me sterker. 37. - - - 8-12; 38. 41-37 17-22; Waarschijnlijk de beslissende fout van zwart. Nu staat wit plotseling dik op winst. 39. 37-31 14-19; 40. 31-26 12-17; 41. 33-29 23x34; 42. 1x40 19-24; Zwart ziet wel in dat de dam vangen nu geen zin meer heeft vanwege schijf 25. Ik had het hier maar opgegeven, maar zwart gaat nog een vangstelling bouwen. 43. 40-23 24-30; 44. 49-44 30-35; 45. 23-5 13-18; 46. 5-19 27-31; 47. 36x27 21x32; 48. 19x41 22-27; 49. 41-19 17-22; Even kijken: schijf 4 kan niet weg wegens 15-10-dam, schijf 35 kan niet weg door 44. Blijft straks alleen een zwarte schijf op 27 over tegen drie verdedigers. Die dam mag hij hebben. 50. 19-41 27-31; 51. 26x37 18-23; 52. 41-47 16-21; 53. 48-43 23-28; 54. 47-38 21-26; 55. 38-24 22-27; 56. 44-40 en zwart geeft zijn taaie verzet op omdat 43-39 volgt. Als hij een van ons was, zouden we hem een puntje hebben gegund. Maar dammen is nu eenmaal oorlog. Of welke sport was dat ook weer? Honkbal? Touwtrekken?
2 Jan Pieter Drost (1287) – Peter Noé (903) 2-0
1. 34-29 19-23; 2. 40-34 23-28; 3. 32x23 20-24; 4. 29x20 18x40; 5. 45x34 15x24; Door deze ruil krijgt wit meteen al een heel licht voordeel. 6. 37-32 14-19; 7. 41-37 10-15; 8. 32-28 12-18; 9. 37-32 7-12; 10. 46-41 5-10; 11. 41-37 10-14; 12. 34-29 1-7; 13. 29x20 15x24; Door deze ruil is de stand weer helemaal in evenwicht 14. 39-34 18-23; 15. 31-27 17-21; 16. 37-31 12-18; Misschien was 21-26 beter, ik weet het niet. 17. 44-39 7-12; 18. 42-37 21-26; 19. 47-42 4-10; 20. 34-30 10-15; 21. 49-44 11-17; 22. 44-40 17-21; Dat zal een lastige keus zijn geweest: moet je nu 17-22 of 17-21 spelen. Deze blijkt inderdaad sterker te zijn. Zwart doet het tot nu toe heel goed, want de stand is nog steeds in evenwicht.
23. 30-25 14-20; 24. 25x14 9x20; 25. 40-34 24-29; 26. 33x24 20x40; 27. 35x44 15-20;
Ik had hier liever schijf 2 naar voren gebracht. Die 15 kan nog wel eens van pas komen bij de verdediging van het fort. 28. 39-34 20-24; 29. 44-40 3-9; Een begrijpelijke zet nadat schijf 15 naar 24 iks opgerukt: er is op de lange vleugel versterkling nodig. Het blijkt echter fout te zijn. Nog steeds was 2-7 noodzakelijk.
De stand was nog steeds in evenwicht maar na die 3-9 is het ineens +0,4 voor wit. Jammer. 30. 40-35 9-14; 31. 34-30 12-17; 32. 27-22 18x27; 33. 31x11 6x17; En de stand is weer helemaal in evenwicht. Het begint toch wel een heel interessante partij te worden. Wat? Dat is het al lang. 34. 36-31 8-12; 35. 31-27 12-18; 36. 38-33
Die 38-33 was wel heel sterk. Lidraughts adviseert om er nu een te offeren: 24-29 en dan 17-22. Op het diagram is zwart nog aan de beurt. Na 2-7 kan hij niet meer naar 8, wqaar hij misschien wel nodig is straks. En meteen 17-22 blijk ook niet goed te zijn. Dit is toch wel een zeldzame stand en frappant dat wit door twee zetten zo ineens het voordeel naar zich toe kan trekken. 36. - - - 2-7; 37. 43-38 En nu het vreemde:
Na 38-33 geeft de computer wit een voordeel van 0,2.
Na 2-7 wordt dat +1,4
Speelt wit nu 42-38 dan wordt het +1,2
En op 43-38 wordt het +1,1
Het maakt dus niet uit wat hij zet, zijn voordeel wordt aanzienlijk minder.
37. - - - 17-22; 38. 28x17 21x12; Ik kan er maar niet over uit: als ik zo de stand bekijk, dan denk ik dat het zo op remise afgaat. Maar kijk je beter …… Zwart heeft op de lange vleugel geen enkele kans om door te breken, op de korte vleugel heeft wit nog een oersterke 48 en 50. Wit is er daarentegen ook nog lang niet door. Het wordt loei spannend. Wit gaat straks 33-28 spelen en dan is 14-20 niet meer mogelijk. Plotseling heeft hij nog maar één zet 39. 33-28 7-11; 40. 37-31 26x37; 41. 42x31 11-17; 42. 31-26 24-29;
En zwart gaf het ook meteen op. Op 23-29 zou zijn gevolgd 27-21x21, 18-23
3 Remmert Sijm (1055) – Johan Capelle (1251) 0-2
1. 32-28 17-21; 2. 37-32 12-17; 3. 41-37 7-12; 4. 31-27 19-23; 5. 28x19 14x23; 6. 33-28 9-14; 7. 28x19 14x23; 8. 46-41
Ik weet niet of dit wel de beste is. Ik denk dat ik maar met 34-29 had geruild. Ik begrijp wel dat wit niet voelde voor 47-41 8. - - - 13-19; 9. 39-33 8-13; 10. 44-39
Is er niet iets te zegen voor 33-28? 10. - - - 10-14; 11. 33-28 21-26; 12. 39-33 2-8; 13. 49-44 5-10;
Wit speelt nu 35-30, maar die is verboden. In de eerste 13 zetten heeft zwart langzaam een voordeel van 0,2 weten te krijgen, maar na 35-30 is het ineens 2,4. We zullen straks zien waarom.
Noodzakelijk was 27-21, 32x21 en 37x28.
36-31 is ook niet goed, maar minder slecht dan de tekstzet. Het grote witte blok komt vast te staan en opm den duur zal er waarschijnlijk moeten worden geofferd.
Op 44-39 komt de damzet die straks ook zal komen.
34-30 had nog gekund, maar na 4-9, 30-25 20-24 komt zwart heel lekker te staan.
Omdat wit niet lekker staat is de fout wel begrijpelijk.
14. 35-30 17-22; 15. 28x17 11x31; 16. 36x27 16-21; 17. 27x16 26-31; 18. 37x26 23-29; 19. 34x23 29x46;
En zwart heeft een goedkope dam. Om een dam af te pakken heb je altijd minimaal twee schijven nodig, maar in dit geval zullen het er drie zijn. Zwart ziet wel in dat dat zinloos is. 20. 30-25 46-19; 21. 40-35 4-9; 22. 44-40 20-24; En wit geeft op. Jammer……..
4 Paul Lohuis (1125) – Peter Bergen (923) 2-0
1. 32-28 18-23; 2. 33-29 23x32; 3. 37x28 20-24; . 34x20 15x24; Dat spelen we meestal en toch blijkt 14x25 beter te zijn. 5. 41-37 12-18; 6. 39-33 7-12; 7. 37-32 1-7; 8. 46-41 10-15; 9. 41-37 17-21; 10. 44-39 21-26; 11. 31-27 18-23; 12. 34-30 14-20; 13. 30-25 12-18; Peter heeft de analyse van de partij tussen Luuk Terweijden en Richard Bos goed doorgenomen en laat zich niet verleiden tot 9-14. 14. 25x14 9x20; 15. 40-34 5-10; 16. 34-30 10-14; 17. 50-44 7-12; 18. 37-31 26x37; 19. 42x31 4-9; 20. 30-25 12-17; 21. 47-42 17-21; 22. 31-26 11-17; Ik denk dat ik de ruil maar had genomen, dus 2-7. Op papier blijt het ook net iets sterker dn 11-17, maar beide spelers staan nog steeds in evenwicht. 23. 44-40 17-22; 24. 26x17 22x11; 25. 42-37 8-12; 26. 37-31 11-17; 27. 27-22 18x27; 28. 31x11 6x17; Zwart blijkt na deze ruil zelfs nog op +0,1 te staan. Maar nu nog verder. 29. 36-31 17-21; En die blijkt tot ook mijn verrassing niet goed. Bij 2-8 had zwart zijn superlichte overwicht gehouden, maar nu daalt hij naar -0,4. De stand is vöórdat 17-21 is gespeeld.
13-18 wil je niet spelen omdat dan 39-34 komt. Er ontstaat dan hoe dan ook een gevaarlijke stand. 24-29 was een leuke mogelijkheid: 33x24 20x29, 39-33 14-20, 25x14 9x20, 33x24 20x29, 31-27 13-18. Die stand zal nog wel eens op het bord komen. Ik geloof niet dat een van beiden voordeel heeft. Maar gespeeld werd dus 17-21. Wit kan nu sterk 39-34 spelen, maar durft dat niet aan. 30. 31-27 13-18; Dankzij die 31-27 krijgt zwart weer een voordeel van 0,1, maar dan moet hij nu 2-8 spelen. Dat kan, want voor de verdediging staat hij goed genoeg. Nu is het weer +0,4 voor wit. En de aankomende zetten voor wit liggen nu voor de hand. 31. 28-22 9-13; 32. 22-17 21-26; 33. 17x8 3x12; 34. 33-28 2-7; 35. 39-33 7-11; 36. 40-34
Mogelijk is nu 11-17, 34-30 en nu 16-21, 27x16 24-29, 33x24 20x29, wit heeft niet beter dan 43-39 26-31!! En heeft zelfs aardige winstkansen. Na 34-30 meteen de ruil kan overigens ook heel goed, maar het offertje 16-21 is toch nodig om door te breken. Zwart besluit echter om nu al te ruimen. 36. - - - 24-29; 37. 33x24 20x40; 38. 35x44 15-20;
Ook nu was 11-17 beter. 39. 44-39 11-17; 40. 39-33 20-24; 41. 48-42 17-21; Oei!. Dat is toch eeuwig zonde, want nu zet zwart zichzelf vast. De laatste paar zetten heeft wit kans gezien om de partij naar zich toe te trekken. 42. 42-37 23-29; 43. 43-39 18-23; 44. 45-40 12-17;
En hier stopt de notatie,
Speelt wit 27-22 dan kan 21-27.
Speelt hij 28-22x22 dan kan 23-28.
Speelt hij 39-34 dan is het wel verloren, hoewel ... 24-30, 17-22, 21-27 en het wordt 4 tegen 8, maar zwart krijgt wel twee dammen, dus nog een klein kansje - denk ik.
Speelt hij 40-35, dan moet zwart al 29-34 offeren en is er weinig hoop meer.
Speelt hij 49-44 dan hebben we nog een remise, maar dat zal hij zeker niet hebben gedaan.
Nog steeds had zwart maar een minimaal theoretische achterstand, maar met deze zet is het in een keer over en uit en terecht gaf hij het op.
Hoe moest het dan wel?
Wat te zeggen van 13-18?
Op 28-22 komt 23-28, dus 39-34. Nu kan 14-20, 18-23 en 23-32 met een zekere remise.
Op 40-35 zit het zelfde zetje erin, ook met remise.
Conclusie: een remise was verdiend, maar het zou nog best eens kunnen dat de klok een rol van betekenis heeft gespeeld.
Een 2-6 nederlaag, maar wat levert deze competitie een prachtige partijen op.